Alle plannen overboord. Onze grote overlandtrip met Brinks, onze Toyota Land Cruiser, ligt alweer maanden stil door gedoe met de bouwer. Frustratie, wachten, uitstel — en uiteindelijk staat hij nog steeds in de garage. Dus dan maar een ander plan. Een ‘vreemdgaan met toestemming’-plan: een gehuurde 4x4 met daktent. Een beetje pijnlijk voelt het wel. Alsof we Cateautje thuislaten en met een golden retriever van iemand anders gaan wandelen.
Maar goed. Roadtrip Namibië it is.
De Nissan Patrol staat al voor ons klaar en voordat we überhaupt een meter gereden hebben, moeten we eerst een ‘how to survive Namibië’ video doorkijken. Over hoe je je daktent opzet zonder frustratie, je koelkast installeert zonder al te veel gevloek en hoe je op Namibië’s gravelwegen rijdt zonder je vullingen kwijt te raken. Brinks zou dit allemaal beter doen. Uiteraard. We lijken wel verwende kinderen.
We slapen de eerste nacht in een guesthouse in Windhoek, zodat we rustig de huurauto kunnen inrichten naar onze eigen logica. Een dag later willen we Windhoek uitrijden — en meteen springt er een verwarde man al schreeuwend op onze motorkap. Een briljante voorbode voor de rest? Gelukkig grijpen omstanders in. Duimpjes omhoog. Welcome to Africa. Het avontuur is begonnen.
Waterberg Plateau Park
We rijden naar Waterberg Plateau Park. De lucht betrekt. Net als we denken dat het misschien wel meevalt, gaan de hemelsluizen open. Tijdens een hike worden we overvallen door een tropische plensbui en schuilen we in een rangerstation. Maar het duurt te lang dus rennen we terug naar de auto waar we als verzopen katten aankomen.
’s Nachts gaat het pas echt los. Onweer dat met bruut geweld inslaat — zo hard dat de auto meetrilt. En daar lig je dan… in een daktent, je voelt je ineens héél kwetsbaar. We overwegen zelfs het toiletgebouw als schuilplaats, maar de regen geselt alles. Dus blijven we liggen, wakker en op scherp.
De volgende ochtend is de lucht nog dreigend, maar we besluiten toch de berg op te klauteren. En boven worden we beloond: een uitzicht over een plat, bijna buitenaards landschap onder een loodgrijze lucht. Stil, leeg, indrukwekkend. Niet voor niets de storm getrotseerd.
De gravelwegen zijn eindeloos, hobbelig, maar prachtig. Onderweg maken we een omweg naar de Hoba Meteoriet, een brok ijzer van zo’n 50 ton die 80.000 jaar geleden uit de lucht kwam vallen. Ze hebben er waarschuwingsborden geplaatst: “Kans op vallende meteorieten.” Typisch Afrika. Humor met een knipoog naar het einde der tijden.
Via stoffige tracks bereiken we Tsumkwe, vlak bij de grens met Botswana. We stoppen bij een levend museum van het San-volk. Eerst tekenen we in bij een gammel bureautje onder een boom. Daarna rijden we achter een brommertje naar het dorp, waar de San hun eeuwenoude tradities laten zien. Eerst voelt het intiem, bijna persoonlijk. Tot er ineens een groep zonnebrand-roze Engelsen opduikt met safarihoeden en te veel camera’s. Tijd om te vertrekken — in een flinke stofwolk.
Okavango Delta
Maun
We komen aan in het donker. Volgens de kaart slapen we aan het water. En het oorverdovende gekwaak van kikkers bevestigt dat. We prutsen wat eten in elkaar, dromen kort van Brinks — en kruipen dan ons tentje in.
De volgende dag krijgen we de kans om met een klein vliegtuigje boven de Okavango Delta te vliegen. En wát een ervaring. Van bovenaf zie je hoe water en droogte met elkaar strijden. Kudde olifanten en giraffes bewegen als stipjes, buffels trekken sporen door het moeras. De zon zakt langzaam. Onze touchdown voelt als een scène uit een natuurdocumentaire
De dag erna verkennen we het water met een mokoro — een traditionele kano. We glijden geruisloos door het riet, vogels overal. De stilte is magisch.
Tot we op de terugweg worden tegengehouden door… een groep olifanten. Geen stress, geen haast — ze blijven gewoon staan. Onze ‘gondelier’ wringt de boot door het riet. Afrikaans puzzelen. Je voelt pas echt hoe indrukwekkend een olifant is, wanneer je er zó dichtbij zit in een wankele kano.
Caprivi-strook
In de Caprivi-strook zwemmen we in de Okavango. Otters spelen in de rivier, nijlpaarden brommen in de verte. De zon zakt roodgloeiend achter de bomen. Een perfecte spot voor een sundowner met gin-tonic.
We rijden verder naar het Mahango Game Reserve, een ruig stuk park met dikke zandpaden en baobabs als wachters. Tijdens onze lunch onder zo’n reus passeren kuddes antilopen en olifanten. Maar hier lopen ook leeuwen. En dus eten we snel en houden we de omgeving scherp in de gaten.
Popa Falls blijken meer “popastroomversnellingen” dan watervallen. Mooi hoor, maar… perceptiemanagement is alles.
Etosha National Park
Binnen vijf minuten na binnenkomst in Etosha National Park zien we al een zwarte neushoorn. Vijf minuten! Daarna volgt de ene ontmoeting na de andere: leeuwen, zebra’s, dikdiks, giraffen, olifanten
Alles loopt en leeft en kijkt. Het is toeristisch, ja. Maar ook bijzonder vrij. Je rijdt zelf, stopt waar je wilt, kijkt zo lang als je wilt. Wij zouden dit weken kunnen volhouden.
Swakopmund voelt als vakantie in de vakantie. Luxe hotelletje, wijn, visrestaurants. En zoals de naam doet vermoeden het doet allemaal even Duits aan. Even op adem komen
Sossusvlei
Rood zand, eindeloze duinen. We beklimmen Dune 45 bij zonsondergang en staan stil bij het waanzinnige uitzicht op andere rode duinen
Deadvlei is next-level surrealistisch: witte klei, zwarte dode bomen, omringd door rode duinen. Hierheen rijden vergt wat moed (en 4x4). We laten de bandenspanning zakken, geven gas — en yes, we halen het. We ontmoeten andere Nederlandse overlanders in hun Land Cruiser. Ai. Het steekt even. Hier hadden wij ook kunnen staan. Met Brinks.
De dag erop: ballonvaart bij zonsopkomst. Onze Australische piloot deelt verhalen en feiten over het landschap. De stilte daarboven is onbeschrijfelijk. Onder ons: oryxen, duinen, leegte. Na de landing wacht een ontbijt met witte tafelkleden en champagne. Te gek en totaal bizar tegelijk
Onze laatste stop: Düsternbrook Guest Farm, vlak bij Windhoek. We kamperen buiten het hek, langs de rivier. In het donker horen we hyena’s huilen en zien we ogen oplichten in het struikgewas. We blijven bij het kampvuur en turen naar de sterren. Afrika op z’n puurst. De laatste ochtend maken we een fototour. Cheetah’s, luipaarden — allemaal van dichtbij. En dan zit het erop. Tijd om afscheid te nemen.