Hoogvlaktes & moerassen ARGENTINIË, BOLIVIA & BRAZILIË

Bij ons begint een reis niet altijd met een plan, maar met een verandering van perspectief. Tijdens een vlucht naar Zuid-Amerika kijken we een aflevering van Reizen Waes. Paraguay, dat we tot dan toe links lieten liggen, zou minder leeg zijn dan gedacht. En dus gooien we de route om. Paraguay gaat op de planning. Maar eerst: Argentinië.

Onze terugkeer in Argentinië voelt vertrouwd en vreemd tegelijk. We kiezen dit keer voor een andere route richting de Andes. Via Miramar, aan de Mar Chiquita – een badplaats met vergane glorie – en de thermale baden van Lago Salinas de Ambargasta, rijden we westwaarts.

Overnachten doen we aan het meer of rivier. Soms is het stil. Soms begint het feest om 23:00 en stopt het pas na zonsopgang. Dat is Argentinië in een notendop. Waar de stilte van de natuur op de ene plek de boventoon voert, maakt het volgende muziek tot te kleine uurtjes. Tussendoor staan mensen met 100 vragen en wat te eten bij de auto. Ongevraagd en hartelijk. Wij voelen ons altijd een beetje ongemakkelijk met deze gastvrijheid en kopen ons gevoel af met een sticker.

In Tinogasta schuiven we aan bij Monique en Carlos, oude bekenden. Kerst vieren we met haar familie: Nederlanders, Mexicanen, Kiwi’s. Het voelt als tijdelijk thuiskomen. En zijn we voor even onderdeel van een grote en warme familie. “1ste kerst dag” voert druilerig weer en het korte nachtje de boventoon. De thermalen baden van Fiambala zijn dan ook een perfect familie-uitje. Na al deze gezelligheid zijn we ook wel weer toe aan nieuwe dingen en wat minder wijn.

Piedra de Pómez,

De vorige keren hebben we het overgeslagen maar dit keer gaan we het toch doen: Piedra de Pómez, een veld van witte puimsteen, opgeduwd door vulkanische activiteit, gepolijst door wind. De vlakken zijn recht, hoekig — het lijkt op een verlaten mijnbouwsite van een andere wereld.

De stilte op de puna is massief. Geen geluid. Geen mens. Alleen wij, de wind, en de verwachting dat het donker en de sterren alles zal overnemen. En dat doet het.

We rijden verder via het Museo de la Pachamama — een merkwaardige mix van lokale geschiedenis en gigantische mozaïekbeelden die ergens tussen kunst, cultuur en overdaad balanceren.

Dan naar de ruïnes van Quilmes, ooit de thuisbasis van een trotse beschaving die zich fel verdedigde tegen de Spaanse overheersing. We wandelen langs terrassen, cactusvelden en verweerde stenen huizen, met uitzicht op het droge dal dat nauwelijks veranderd lijkt sinds die tijd op de zwarte lint asfalt na.

In Cafayate stappen we op de fiets. De wijnvelden zijn groen vlakken tussen het stoffige bruin.

Een gids neemt ons mee naar de Cueva del Suri, waar geologische verhalen en cultuurgeschiedenis door elkaar vloeien. Het landschap vertelt zijn eigen verhaal: kalksteenformaties, uitgeharde lavastromen, en diepe barsten in de grond die meer zeggen dan woorden.

Dat de wijnbouw dat zo floreert hier heeft blijkbaar een donkere schaduwzijde op de traditionele cultuur en natuur. Ons eerste wijntje na dit inzicht smaakt toch een beetje wrang.

We verlaten de Ruta 40 en stijgen langzaam naar 4500 meter hoogte

De grensovergang bij Paso de Jama markeert het begin van een andere wereld: de Laguna Route richting Uyuni. Het is een van de meest geïsoleerde wegen in Zuid-Amerika. Rood zand, kale vlaktes, gekleurde meren en zwijgende vulkanen begeleiden ons. Flamingo’s filteren algen uit turkooizen en rode lagunes. Guanaco’s steken traag de weg over. Overal borrelt heet water en stoom uit de grond. S’nachts doet de grote hoogte behoorlijk wat met je lichaam. Actieve dromen en dorst houden ons uit onze slaap. De hoogte drukt zwaar.

We rijden deels samen met een Braziliaans stel, deels alleen. We genieten samen van de ongelofelijke schoonheid en desolaatheid van de omgeving. Het landschap dwingt tot stil zijn. Het is te groots om snel overheen te praten.

Wanneer we aan het eind van de dag naar een grillige rotsformatie rijden, valt de auto stil. Windkracht zes snijdt over de vlakte. De stilte wordt nu alleen nog onderbroken door het gebeuk van de wind. Het zoeken wordt haast onmogelijk gemaakt door de wind, de hoogt eist hier ook zijn tol. Gelukkig zijn onze Braziliaanse reisgenoten dichtbij. Ze slepen ons in het donker naar een rangerstation, waar een zekering van de brandstofpomp blijkt doorgebrand. Na een flinke teug diesel start de motor in één keer. Opluchting. We vieren het met een eenvoudige maaltijd en een onverwachte overnachting bij een meer waar de natuur ons de volgende ochtend trakteert op flamingo’s, lama’s, en een zachtroze horizon.

Na de stilte van de hoogvlaktes voelen de buitenwijken van Uyuni als een behoorlijke kater. Rommelig, stoffig, opgejaagd. Het zoutmeer is bijzonder, maar de stad niet. We rijden snel verder. Via het zuidwesten van Bolivia bereiken we de wijnstreek bij Tarija

Hier lijkt alles weer Argentijns: geen bolhoedjes en traditionele vlechten en rokken maar terrasjes, lichtere huidtinten en wijnhuizen. We sluiten aan bij een georganiseerde wijntour vol Bolivianen. Aanvankelijk zijn we vooral 'die twee buitenlanders'. Na een paar glazen wijn en pisco’s ontspant de groep. Voor even zijn we deel van het geheel.

We rijden Paraguay binnen. En ja: het is leeg. Velden met soja, koeien, hitte. Toch schuilt er altijd iets achter die leegte. We overnachten bij een Zwitserse enclave in aanbouw, waar vrijheidszoekers een dorp proberen te bouwen. We verbazen ons aan het feit dat men hier zo hangt aan de Zwitserse cultuur. Later ontmoeten we een Duitser, bekend van Reizen Waes. Eerst nors, daarna gastvrij. Bier helpt hem losser te zijn. We kijken een aflevering waar hij ook als gids werkte, praten Duits, lachen.

In het noorden van Paraguay zoeken we verkoeling in Ponta Porã. Drie jaar geleden waren we hier met autopech. Nu genieten we van een dag zonder problemen, taxfree shoppen, en herinneringen aan toen.

Pantanal

We keren terug naar de Pantanal, het grootste moerasgebied ter wereld. In het zuiden zien we bekende plekken.

In het noorden ploeteren we over modderige wegen naar Porto Jofre. Het regenseizoen maakt de paden glibberig en het dierenleven minder zichtbaar.

Toch ontdekken we per kano, paard en te voet de drassige paden en kanalen, luisteren naar het geblaf van capibara’s en het gezoem van muggen. Veel muggen. De jungle leeft, zelfs als je haar nauwelijks ziet en wij zijn het lopend buffet.

De Chapada dos Guimarães laten we letterlijk in het water vallen. Twee dagen stromende regen. We rijden door. Het blijft voor ons een onontdekt natuurgebied. Niet veel later zijn we weer in zon en de eindeloze sojavelden.

Parque Nacional das Emas

In het kleine maar bijzondere Parque Nacional das Emas vinden we rust. Tapirs, miereneters, herten — op een verlaten pad, onder een grijzende lucht. Wij zijn de enige die hier voor de nacht blijven en mogen zelf een aantal routes rijden.

Door de dreigende luchten, geweldige zonsondergangen en de vele dieren is dit een fantastische oase van rust en schoonheid.

We volgen de Paraná en steken de grens weer over. In Paraguay bezoeken we een 'derde kant' van de Iguazu-watervallen. Klein, krachtig, maar geen concurrentie voor het origineel.

In het zuidoosten zien we de ruïnes van jezuïetenmissies. Een herinnering aan kolonisatie en geloof.

En dan Hohenau en Tirol: Duitsers, Duits, discipline en bockworst met saurkraut. In een land waar Spaans de norm is, spreekt niemand Spaans. Onze conclusie over Paraguay: prima doorreisland, heet, vlak en bijzondere mensen.

Ibera National Park

In Ibera National Park is het droog. De paden begaanbaar, het water helder. We varen vroeg, zien capibaras, kaaimannen, herten en vele vogels.

‘S ochtends vroeg worden we gewekt door een groep brulapen. En dat komt prima uit want we moeten vroeg klaar staan voor de boottocht. De bootsman vraagt of we nog een keer willen meevaren. Gratis. Ons enthousiasme is genoeg.

En zo sluiten we af zoals we begonnen: midden in de natuur, met mensen die ons net zo verrassen als het landschap