Loading

Juryrapport Maud Vanhauwaert Leo Herberghs Poëzieprijs 2023

JURYRAPPORT LEO HERBERGHS - POËZIEPRIJS 2023

Vooraleerst wil de jury hebben opgemerkt dat de haar voorgelegde kandidatenlijst voor de Leo Herberghs-poëzieprijs 2023 namen van dichters bevatte van wie het werk - zonder uitzondering - van zeer hoog niveau is. Dat maakte het verzorgen van een voordracht voor de winnaar voor 2023 zowel tot een interessante en genoeglijke maar ook tot een niet al te gemakkelijke klus. Dat wil ook zeggen dat de laureaat voor dit jaar - Maud Vanhauwaert - aan deze hoge standaard iets extra’s toevoegt. Verrassend genoeg heerste daarover - terwijl er nog geen enkel overleg tussen de verschillende juryleden had plaatsgevonden – vrij snel eenstemmigheid. Deze unanimiteit laat zich afleiden uit de afzonderlijke rapportages van de juryleden - opgesteld na de eerste individuele leesrondes in de eerste maanden van dit jaar.

Het bijzondere is dan wel weer dat de argumenten voor en de duiding van dit gewisse Etwas per jurylid verschilden. Voor de onderbouwing en de publieke verantwoording van zijn keuze voor Maud Vanhauwaert - als winnaar van de Leo Herberghs-poëzieprijs 2023 - vindt de jury het noodzakelijk om haar selectie toe te lichten. Dat wil zeggen dat in het navolgende vooral het overeenkomstige en het parallelle uit de afzonderlijke bevindingen van de juryleden aan de orde is.

Opvallend is dat alle, voor de Leo Herberghs-poëzieprijs 2023 geselecteerde dichters voortkomen uit het zogeheten poetry slam-circuit. Dat zegt iets over hun basis, hun bronnen en hun eerste positiebepaling. De poetry slam is gefundeerd op de overtuiging dat poëzie - als kunstvorm - toegankelijk hoort te zijn voor een breed publiek. De gecreëerde tekst is doorgaans bedoeld als (onderdeel van) een performance en is veelal maatschappijkritisch van aard. Het daarmee gegeven afzetten tegen de gecanoniseerde en als ‘elitair’ benoemde poëzie en poëten keert ook terug in het idioom. De teksten zijn vaak kantig, compact en gedrongen en gaan meestal zonder omwegen of gelaagdheid af op hetgeen gezegd wil zijn.

In het oog springend is ook dat veel van de zich tot de poetry slam bekennende dichters - ook de voor de Leo Herberghs-poëzieprijs 2023 geselecteerden - dit circuit na verloop van tijd verlaten of een zekere afstand ervan nemen. Deze jongere kunstenaars slaan de weg in naar een meer autonome dichterspraktijk met een eigen stijl en inhouds- en themakeuze.

Het benoemen van het poetry slam-circuit als kraamkamer en als achtergrond is nodig om de keuze voor Maud Vanhauwaert - als winnaar van de Leo Herberghs-poëzieprijs 2023 - te onderbouwen en te verantwoorden.

Hiervoor werd opgemerkt dat veel jonge dichters - gaande hun groeiproces – zich in meerdere of mindere mate distantiëren van het poetry slam-circuit. Dat geldt - zoals vastgesteld - eveneens voor de meesten van de voor de Leo Herberghs-poëzieprijs 2023 aangedragen kandidaten. En precies daar begint het onderscheid tussen Maud Vanhauwaert en de overige geselecteerden.

Nader geduid wil dat zeggen dat zij - mét en parallel aan de ontwikkeling en verdieping van haar dichterschap - een aantal van de kenmerken van deze ‘alternatieve poëzie-scene’ tot bestanddeel heeft gemaakt van haar poëtica, van haar ‘artistiek gereedschap’, van de vragen aan de mensheid en haar wereld zoals zij die adresseert en onder woorden brengt én hoe zij haar mens- en dichter-zijn - ook in de relatie tot het publiek - vormgeeft.

De jury benoemt hierbij het belang dat zij hecht aan toegankelijkheid en openbaarheid van haar werk in relatie tot haar voorliefde voor podia en performance; haar engagement zoals dat vorm krijgt in bewogen en betrokken teksten, acties en optredens zonder dat daarbij politieke voorkeuren of splijtende kritiek aan de orde zijn. Haar niet aflatende inzet én haar behoefte en durf de grenzen van de poëzie - en haar connectie daarmee - op te zoeken, te verkennen en - riskant of niet - te overschrijden, zijn - naar oordeel van de jury - eveneens belangrijke en bepalende elementen van het profiel van Maud Vanhauwaert.

De ontwikkeling, slash rijping van het kunstenaarschap van de nu bijna veertigjarige Maud Vanhauwaert - we spreken over een nog jonge dichter - heeft ook andere wezenskenmerken in haar persoon en werk zichtbaar gemaakt. De jury registreert niet alleen in haar acties en geschrevenheden, maar ook in interviews die zij heeft gegeven een nagenoeg onhoudbare nieuwsgierigheid, gekoppeld aan voor het maken van kunst noodzakelijke, maar hoogstwaarschijnlijk niet altijd aangename twijfel en nederigheid. Deze kwaliteiten zijn verpakt in en worden opgediend met een enorme speelsheid en grote originaliteit.

Die speelsheid en originaliteit verdienen enige uitwerking.

Maud Vanhauwaert onderscheidt zich van de andere, voor de Leo Herberghs-poëzie 2023 genomineerden als - wat populair heet - ‘een heerlijk gek mens’. In haar heerst een dakloze en rusteloze authenticiteit die zich weigert te vestigen. Die gaat gepaard met een typische humor - die van de lach en de traan - en een melancholie van een licht soortelijk gewicht. Met dit samenstel van kwaliteiten gunt zij zichzelf en haar publiek een kijk op de wereld en de mensheid die verrassend is, kan verbazen en zelfs overweldigen en ontregelen, maar uiteindelijk altijd weer afsluit in iets dat lijkt op een voorlopige voltooiing. ‘Voorlopig’ omdat het door haar geadresseerde zich nooit laat vangen in een finale definiëring of verklaring. ‘Voltooiing’ omdat door Vanhauwaerts verhandeling of behandeling de vastgestelde raadsels, lacunes en onvolkomenheden geborgen worden. Niet onschadelijk gemaakt, hoogstens geneutraliseerd en ondergebracht - voor zo lang als het duurt - in het domein van de troost, het uitzonderlijke en het magische.

Daarbij geeft Maud Vanhauwaert ook te kennen dat zij met deze unieke positie in een lange en oude menselijke traditie staat.

Het vorenstaande wil de jury illustreren met twee poëziefragmenten.

Het eerste is afkomstig uit het gedicht Het Huis in Mij, geschreven bij gelegenheid van het 100-jarig bestaan van De Ideale Woning, de oudste huisvestingsmaatschappij van Antwerpen.

Het tweede citaat is ontleend aan het gedicht wij.hier.nu.ja, dat sinds januari 2019 prijkt op de trouwboekjes van de stad Antwerpen.

Uit Het Huis in Mij

In het huis in mij dool ik door gangen die alsmaar langer

worden, vind ik nieuwe kamers zoals laatst een

waarin mijn grootmoeder zat te bidden tot Antonius

voor al wie ze verloren is

(…)

Soms zie ik dat huis in mij in de verste velden

kan ik er met moeite scherp op stellen

dan weer plooit het zich groots en dwingend in mij open

zijn er zoveel mensen dat de muren er bol van staan

Ik sta altijd op de tocht

Soms laat het huis in mij mij niet meer binnen

beuk ik tegen de deur, zie door het aangedampte raam

mijn familie zitten en onder de tafel ik, waar ik het liefst

zat, in het oog van het kolkende geroezemoes.

----------------------------------

wij. hier. nu. ja

en ach, misschien zullen er ooit bergen rijzen

valleien splijten tussen ons in, zullen wij

met rookpluimen moeten seinen: weet je nog

daar. toen. wij. toch

maar zolang we niet vergeten dat er een moment

was in ons leven waarop we dachten

dit en voor eeuwig, dit heden is een eden

vinden wij ons wel weer in elkaar

en zal ik denken aan wat je ooit onbewaakt

tegen mij zei, je had het in oude psalmen gelezen

aan u gebonden ben ik vrij

----------------------------------

De jury wil in deze onderbouwing en verantwoording ook uitdrukkelijk hebben vermeld dat het oeuvre van Maud Vanhauwaert uitzonderlijk veelvormig, divers en rijk is. Ook hiervan enige recente voorbeelden.

Voor de versie 2022 van het kunstenfestival Watou in West-Vlaanderen schreef Maud Vanhauwaert het gedicht Hoe we samen groeien bij de installatie Habitat of airless co-creation van de kunstenaars Tina Wilke en Matias Brunaci. De tekst was aangebracht op een houten bord naast de installatie, begroeid met champignons. Toen de paddenstoelen waren volgroeid, nodigde Maud Vanhauwaert - via sociale media - belangstellenden uit om de champignons te oogsten en ‘op dichterlijk-rituele wijze te bereiden’. Van dit oogsten en van de culinaire sessie verscheen een kleine documentaire op Facebook.

Eveneens van recente datum is het project om ‘het langste audiogedicht ooit’ te maken. Dat moet bestaan uit alle mogelijke combinaties van de acht woorden ‘Ik spreek de taal nog niet zo goed’. Dat zijn er 40.320 en het voorlezen daarvan kost naar schatting 40 uur. Begin van dit jaar nodigde Maud Vanhauwaert mensen uit een aantal van die strofes voor hun rekening te nemen. Zij schreef: ‘Iedereen die wil, kan een reeks van die zinnen uitspreken. Op die manier wil ik graag toewerken naar een lange polyfonie en ik vermoed dat die zal klinken als een bezwerende mantra, een ode aan de taal.’

De dichters van deze tijd bedienen zich uiteraard van de sociale media. Zo ook Maud Vanhauwaert. Zij heeft een eigen facebooksite waarop ze geregeld boodschappen en teksten publiceert. In de afgelopen jaren is een aantal van die posts gewijd aan overleden personen.

Een recente (26 juli 2023) is gewijd aan de dan net gestorven Vlaamse TV-presentatrice Martine Tanghe. Vanhauwaert ontmoette haar aan het einde van haar stadsdichterschap van Antwerpen in 2019. Zij trok toen rond met een klaptafeltje, twee klapstoeltjes en een spandoek met de tekst ‘Mag ik u een gedicht voorlezen?’ Wanneer een luisteraar op een stoeltje plaatsnam, mocht deze een gedicht uitkiezen. Tijdens het voorlezen hield Maud Vanhauwaert de hand van de luisteraar vast. Een van hen was Martine Tanghe die het gedicht koos Deze oude lieve vrouw, opgedragen aan de Antwerpse kathedraal. Maud Vanhauwaert sloot haar facebookbericht als volgt af:

‘Het hele gedicht hield ik, zoals ik dat ook deed bij de andere toehoorders, haar hand vast. Ik had het al heel wat gevonden als ik even haar hand had mogen schudden, maar nu had ik hem dus een heel gedicht lang vast, de hand van de vrouw die haar volk leerde spreken: Martine Tanghe. Het zweet brak me uit en ik struikelde over mijn woorden. Zij keek mij aan met de minzaamheid die haar zo eigen was. Op het einde zwaaide ik haar na. Dag kathedraal van de taal, dag lieve mevrouw!’

Een ander facebookbericht dateert van ongeveer een jaar eerder: 6 juli 2022. Het draagt de titel Lamento en bestaat uit de volgende drie volzinnen:

‘Mijnheer Campert, natuurlijk wisten wij dat ooit, op een roerloze middag, dat u ooit roerloos in de middag, met achter oeverriet de zon, dat u ooit roerloos zou wegvaren, langs het lange diepe water, dat ooit uw ogen zouden breken, dat u ooit, roerloos in het middaglicht, natuurlijk wisten wij dat u ooit nooit meer.

Maar ook wisten wij en weten wij nog steeds dat uw verzen voor altijd, dat uw verzen voor altijd als een vogelkreet hangend in de middag in de lucht, dat uw verzen voor altijd als een vogelkreet brekend in de middag, sprekend van geluk, dat uw verzen soms zomaar in de zomer, op een middag, op een huid, langs een okeren schouder in het middaglicht, en dat wij dan het wuivende oeverriet langs het lange diep water, waarin uw verzen rimpelend, altijd maar verder rimpelend, rimpelend, in levende stilte.

Dat, al bent u nooit meer, uw verzen meer dan ooit.’

Natuurlijk is de manier waarop Maud Vanhauwaert - in het laatste citaat - in de typische Campertstijl duikt, ongelooflijk knap. Maar er is nog iets anders dat uit beide rouwklachten spreekt: een prachtige generositeit die zich verhoudt tot de eerder vastgestelde nederigheid.

Er zijn wezenskenmerken die - naar mening van de jury - verplicht zouden moeten zijn voor ieder die zich kunstenaar noemt. Wanneer generositeit en nederigheid vanzelfsprekend tot die uitrusting zouden behoren, zou dat een hoop gedoe schelen. Niet alleen het kunstenaarsdom maar ook het geïnteresseerde publiek zou een grandioze portie heisa en reuring, hoe vermakelijk en hilarisch die ook op momenten mag zijn of lijken, bespaard blijven.

Dat is de negatieve benadering. De positieve is deze:

Generositeit en eenvoud houden beide benen op de grond en houden het besef zuiver voor wie en waarom het avontuur dat ‘kunst’ heet, ooit is begonnen. Natuurlijk en vanzelfsprekend ook voor de kunstenaar zelf. Kunst kan voor haar of hem immers ook een wijze van overleven zijn. Maar ook voor hen - het publiek - die deze kunst tot zich nemen, waardoor en waarmee de wereld leefbaar en bewoonbaar wordt.

Dat generositeit en nederigheid zich zeer goed laten combineren met creativiteit en ambitie, met ‘vak-mens-schap’, originaliteit en zeggingskracht, bewijst Maud Vanhauwaert steeds opnieuw.

Het aan haar toekennen van de Leo Herberghs-poëzieprijs 2023 is daarom niet meer dan terecht.

Maastricht, 1 augustus 2023,

de jury,

Jet van Aalst

Peter Pluymen

Wim van Til

Wim van Til, lid van de jury, spreekt het juryrapport uit