Samen Sterk voor het Haagse Kind nascholingsdag, november 2023

Een grote opkomst en veel betrokkenheid op de nascholingsdag Samen Sterk voor het Haagse Kind. Het is duidelijk dat kinderartsen, jeugdartsen en huisartsen zich hier graag met elkaar voor inzetten. Geïnspireerd door verschillende sprekers en boeiende workshops gingen de deelnames concreet met elkaar aan de slag.

‘Normaliseren van communiceren’. Het was een rode draad tijdens de vele onderdelen van deze nascholingsdag. Want om welk onderwerp het ook gaat, van kinderen met overgewicht tot een kansrijke start of de aanpak gezond gewicht, samenwerking tussen verschillende professionals en hun organisaties speelt bij al deze voorbeelden een rol.

Daarbij hoort contact houden, op de hoogte blijven van wat de ander doet om zo samen de beste ondersteuning vorm te geven. Iets wat niet altijd vanzelf gaat, met onze verschillende systemen en ervaren drukte in de waan van de dag. We hopen dan ook dat deze dag mooie, nieuwe verbindingen heeft opgeleverd om de samenwerking te verstevigen.

Inzicht en verbinding

Tijdens 5 heel diverse workshops gingen de deelnemers met elkaar aan de slag. Hieronder lees je een korte impressie en de centrale terugkoppeling.

De integrale gezinspoli: zorg voor het kind en diens omgeving

Lyanne Rövekamp, kinderarts, neonatoloog JKZ, en Sonja Phaff, jeugdarts KNMG CJG Den Haag, nemen de deelnemers mee in de ontwikkeling van de integrale gezinspoli tot nu toe, de successen en de uitdagingen.
De behoefte klonk om meer te communiceren met elkaar, en dat ook als vanzelfsprekend onderdeel van ons werk te zien. 'Normaliseren van communiceren' dus. Daarbij is regie iets wat je op je neemt en uitspreekt.

De gele baby

Caroline Veldhuis, kinderarts MDL JKZ, Myrte Damming, jeugdarts i.o. CJG Den Haag en Nienke de Graauw, huisarts geven in deze workshop handvatten voor de gele baby. Wanneer is geel te geel? Wat zijn alarmsymptomen van neonatale icterus? Wanneer moet een baby doorgestuurd worden naar de kinderarts?
We hebben het gehad over praktische manieren waarop we het beste kunnen samenwerken.

Jongeren met aanhoudende lichamelijke klachten en schoolverzuim.

Maartje van den Berg, kinderarts HMC, Daan aan de Kerk, kinderarts HMC, en Maren Heeris, jeugdarts JGZ Zuid-Holland West, vertellen over de multidisciplinaire aanpak van polikliniek SAMEN. Ook gaan zij in op het netwerk voor jongeren met aanhoudende lichamelijke klachten in regio Haaglanden (www.samenzoekt.nl). Deelnemers krijgen handvatten om met behulp van het biopsychosociaal model het gesprek aan te gaan en behandeladvies te geven.
Het belangrijkste is dat we samenwerken. Is er sprake van schoolverzuim? Werk samen met de jeugdarts en betrek de huisarts.

Kinderen naar een gezonder gewicht

In deze interactieve workshop nemen Wendy Schneider, programmanager HAGG (Haagse Aanpak Gezond Gewicht) en Milo Extercatte, projectleider GLI Jeugd bij GGD Haaglanden, de deelnemers mee in het huidige aanbod voor kinderen met overgewicht. Ook bespreken ze de (landelijke) ontwikkelingen om het aanbod uit te breiden met gecombineerde leefstijlinterventie (GLI) en gaan met de groep in gesprek over de ideale situatie.
Er is behoefte aan een duidelijk overzicht van het bestaande aanbod voor kinderen met overgewicht. Daar gaan we mee aan de slag. Ook werken we aan een centraal leefstijlloket.

Te groot? Te klein? Wat moet je ermee?

Youri van Berkel, kinderarts HMC en Margreet Verhaag, jeugdarts KNMG CJG Den Haag bespreken in deze workshop het onderwerp groei. Aan de hand van casuïstiek kijken ze naar vragen/zorgen die kunnen spelen bij ouders en kinderen. Wat kan je hier als huisarts of jeugdarts mee doen? Wanneer moet je deze kinderen verwijzen? Of hoeft dat misschien wel helemaal niet?
De belangrijkste conclusie voor ons was dat we groeicurves mee moeten sturen met de verwijzing naar de huisarts. Ook ging het over hoe we elkaar konden bereiken. Teleconsulten zijn hier ook handig voor.

Een gezonde Kansrijke Start voor ieder kind

Voor een gezonde Kansrijke Start van ieder kind is interdisciplinaire en interprofessionele samenwerking van groot belang. Dat kwam naar voren in de lezing van prof. Dr. Jessica Kiefte-de Jong, hoogleraar Population Health aan de Health Campus in Den Haag.

Jessica begint haar lezing met aanstippen van de uitdagingen van interdisciplinair samenwerken. Want in praktijk ziet ze dat, ondanks veel goede wil om het samen te doen, dit van alle partijen inspanning vraagt. “We moeten elkaar ruimte geven. En dat betekent goed luisteren en onze eigen discipline niet zien als de belangrijkste. Ik noem het, omdat ik hier elke dag mee wordt geconfronteerd.”

Wat helpt is om, zo stelt ze, een gezamenlijk doel te hebben. Een mooi en geslaagd voorbeeld hiervan is het Nationaal Programma Kansrijke Start, gericht op de eerste 1000 dagen. Uit onderzoek is inmiddels gebleken dat die periode van groot belang is voor de kans op ziektes in het verdere leven.Ze licht verschillende studies toe, zoals de hongerwinterstudie, waaruit bleek dat kinderen na deze periode van lage voedselinname als volwassenen meer risico liepen op bijvoorbeeld obesitas of diabetes.

Bekijk in deze presentatie het volledige verhaal van Jessica.

Impact van trauma

Niet alleen fysiek werken de eerste 1000 dagen door in de verdere levensloop, maar ook negatieve ervaringen spelen een rol, zoals trauma. Niet alleen als het gaat over mentale problemen, maar ook op fysiek vlak. Jessica: “Vaak bekijken we dit los van elkaar, maar de fysieke en mentale aspecten zijn nauw verbonden.”

Het is dus vanuit biomedisch en biosociaal perspectief belangrijk om die eerste 1000 dagen goed in ogenschouw te nemen. Bij nieuw leven, om problemen in de toekomst te voorkomen, maar ook bij bestaande problematiek. Want als trauma een grote rol speelt, sluiten interventies minder goed aan.

Kracht van kleine coalities

Jessica: “Dat betekent dat we goed naar elkaar moeten luisteren en samenwerken. Bij Haagse Kansrijke Start zijn al veel stappen gezet en daar kunnen we van leren.” Zo noemt ze het belang van anders organiseren, waardoor het makkelijker wordt om elkaar te leren kennen en naar elkaar te verwijzen. “Kleine coalities kunnen daarbij veel brengen,” licht ze toe.

“Ook moeten we anders evalueren om te kijken of iets werkt. Wat willen we precies meten en wat zegt dat precies? Daar moeten we kritisch op zijn,” stelt Jessica. Dat zal tenslotte leiden tot anders interveniëren. “Er is nu al heel veel, maar het bereik is vaak beperkt. We werken dan te weinig samen of belasten de client te veel.”

Take home messages

  • Een gezonde kansrijke start vereist een integrale benadering, waarin zowel rekening wordt gehouden met medische, leeftstijl en sociale factoren van kind en gezin.
  • Interdisciplinaire samenwerking is hierin noodzakelijk die verder reikt dan alleen de gezondheidszorg (maatschappelijke organisaties en lokale overheden).
  • Andes organiseren – anders evalueren – anders interveniëren gaan hier hand in hand.

Samen rondom huilen

Huilbaby’s zijn een grote bron van stress voor ouders. Ten einde raad belanden zij vaak met hun kinderen in het ziekenhuis. Terwijl er vaak geen medische oorzaak wordt gevonden. In het HMC kunnen ouders en huilbaby’s nu terecht op de Advanced Baby Care Poli, die nauw samenwerkt met jeugdartsen en huisartsen.

De presentatie van drs. Janneke Kreijen-Meinesz, kinderarts-neonatoloog HMC, en dr. Ineke de Kruijff, kinderarts St. Antonius Ziekenhuis, start met een indringende video. Een klein baby’tje huilt. En huilt. En huilt. Het maakt het voor de hele zaal invoelbaar hoe intens dit moet zijn als het urenlang doorgaat. Jaarlijks worden meer dan 700 huilbaby’s opgenomen in het ziekenhuis. Terwijl er maar bij een heel klein deel (minder dan 5 procent) een ernstig medische onderliggende oorzaak wordt gevonden.

“Huilen heeft grote impact, op ouders en op zorgprofessionals,” vertelt de Kruijff. Vaak hangt het huilen samen met slaap- en voedingsproblemen. Risicogroepen uit het ziekenhuis, zoals te vroeg geboren kinderen, lopen meer risico. Vaders en moeders van een huilbaby hebben meer kans op stress, angst en depressie. Uit onderzoek blijkt ook dat 55% van de moeders niet tevreden is met de ervaren zorg: "Het roer moest dus om." Reden voor de start van de ABC-poli bij het HMC. Hier krijgen ouders en hun kinderen ondersteuning, met focus op minder medicalisatie.

ABC-poli

Janneke Kreijen-Meinesz vertelt over de werkwijze op deze poli. De huisarts en jeugdarts kunnen ouders direct verwijzen. Een ervaren kinderarts en medisch pedagogisch zorgverlener zien de baby voor een uitgebreid onderzoek. Ook een psycholoog, lactatiekundige en logopedist zijn nauw betrokken. Meestal wordt geen medische oorzaak voor het huilen gevonden.

Ouders en baby krijgen geruststelling en (medische) kennis, bijvoorbeeld over de beste troostmethodes. Hiermee kunnen ze weer terug naar de verwijzer voor eventuele verder begeleiding. De hulpverleners stemmen daarop in een gezamenlijk consult met de ouders af wat nog in het ziekenhuis moet gebeuren en wat in de eerstelijn kan plaatsvinden. Zo weten ouders bij wie zij voor wat terecht kunnen.

Deze werkwijze leidt tot zichtbaar minder opnames en herhaalconsulten. Ook zorgt deze manier van werken voor minder stress bij ouders en zorgprofessionals.

Luistertip: de podcast Ontroostbaar

Wil je de presentatie van Janneke en Ineke teruglezen? Kijk hier.

Obesitas bij kinderen: voorkomen is beter dan genezen, of toch niet?

Obesitas bij kinderen komt steeds meer voor. Kinderarts-endocrinoloog van het Juliana Kinderziekenhuis Mieke Houdijk vertelt ons meer over de oorzaken en de rol van de kinderarts.

Bekijk hier de presentatie van Dr. Mieke Houdijk, kinderarts-endocrinoloog JKZ

Het aantal kinderen dat met overgewicht bij een kinderarts terecht komt, neemt al jaren toe. Vooral bij kinderen met een niet-westerse achtergrond is het percentage kinderen met een te hoge BMI-score groot (7 procent).

De oorzaak? Voor 98% leefstijl, stelt Mieke. Ze licht een aantal andere ziektebeelden voor overgewicht bij kinderen toe, maar stelt dat deze zeer zeldzaam zijn. Als een kind overgewicht heeft, leidt dit in veel gevallen tot comorbiditeit, denk aan diabetes of hypertensie.

Er zijn er verschillende mogelijkheden om overgewicht behandelen. Een GLI, of met medicatie. Of, wat in Amerika al veel gebeurt, bariatische chirurgie.

Take home messages:

  • Doel van de kinderars is primair: uitsluiten onderliggende somatische pathologie en screening/ behandeling co-morbiditeit
  • Red flags voor onderliggende medische oorzaak:
  • early onset < 5 jaar extreme obesitas
  • hyperfagie
  • aanwijzingen voor syndromale afwijking
  • kleine of afbuigende lengte
  • Kinderarts neemt maatschappelijke rol in overleg regio (geen regie) t.a.v. preventie en op de hoogte zijn van aanbod begeleiding t.b.v. aanpassen leefstijl/eetgedrag/beweeg cq sport mogelijkheden en leefstijl-interventies (GLI)
  • Rol kinderarts bij vervolgen kind met obesitas zonder co-morbiditeit …. ?

Wijktafels

In groepen gaan verschillende wijktafels met elkaar in gesprek over obesitas bij kinderen. Hoe kunnen we wat we gehoord en geleerd hebben nu toepassen in onze wijken? De wijktafels delen hun bevindingen met een panel professionals en beleidsmakers.

Het panel met v.l.n.r. Bregje Mooren, programmadirecteur ketensamenwerking Gemeente Den Haag, Ivo Knotnerus Regiomanager Coöperatie VGZ, Wendy Schneider, programmamanager Haagse Aanpak Gezond Gewicht, Prof. Dr. Jessica Kiefte, Hoogleraar Population Health, Marleen Sterker, programmamanager Haagse Kansrijke Start en Nu Niet Zwanger

Een aantal opmerkingen vanaf de wijktafels:

Obesitas is een sociaal maatschappelijk probleem. We moeten kinderen en jongeren zelf betrekken (12-18). Wat hebben zij nodig? Ga ook werken met influencers. Creëer veilige en goede fietsroutes. Maak afspraken over gezonde voeding met scholen. We hebben hierin ook echt de beleidsmakers nodig.
We moeten een gezonde leestijl normaliseren, maar hoe doe je dat als mensen in een omgeving wonen die niet uitnodigt om buiten te spelen?
We moeten toe naar een multidisciplinaire aanpak, waarbij ook een psycholoog meedenkt. Het zou heel mooi zijn als we dat met elkaar kunnen aanpakken, vanuit een gezamenlijke bekostiging vanuit gemeente en zorgverzekering.
We moeten toe naar een goede manier om elkaar op de hoogte te houden. Nu koppelen we terug aan de huisarts via een geschreven brief die we aan ouders meegeven. Dat kan beter.
De lijn tussen huisartsen en jeugdartsen moet krachtig worden in de wijk.
Er is meer mogelijk dan we soms denken, ook met de AVG. Daar moeten we met elkaar mee aan de slag, met vanuit iedere beroepsgroep iemand om tafel.
Laten we aan de slag met de WAGG, een Wijkgerichte Aanpak Gezond Gezin.
Maak je een verwijzing in Zorgdomein? Ze je telefoonnummer erbij.
Samenwerken kost tijd, maar om dat netwerk op te bouwen kun je bijvoorbeeld bij ZonMw verschillende subsidies aanvragen. Zo creëer je ruimte om een goede start te maken.

Geslaagde dag

Al met al kijken we terug op een leerzame en geslaagde dag. Door met huisartsen, kinderartsen en jeugdartsen samen te leren, hebben we veel kennis kunnen delen en nieuwe lijntjes kunnen leggen. Deze scholingsdag is mogelijk gemaakt door Haagse Kansrijke Start. Kinderarts en initiatiefnemer van deze dag Maartje van den Berg blikt tevreden terug:

Ik ben heel blij met deze dag. Als jullie dit ook een goed idee vinden, doen we het volgend jaar weer. Ik hoor graag van jullie welke onderwerpen dan aan bod mogen komen!

Accreditatie

De nascholing is geaccrediteerd voor 5 punten. Wij hebben uw aanwezigheid via GAIA ingevoerd.

Evaluatie

Heel graag horen we wat je vond van deze bijeenkomst. Via onderstaande QR-code kom je bij een korte vragenlijst, we zouden je willen vragen om die in te vullen.

Contact?

Heb je nog vragen of wil je meer verbinding met een van de betrokkenen? Neem contact op met onze adviseur Rianne Kleijn.