Tip vooraf...................................
Op de klikknop hieronder vind je de Studeer wijzer!!!. Als je deze gebruikt, studeer je namelijk wijzer😎. Je weet namelijk dan precies wat er van je verwacht wordt en wat je kunt doen om succesvol te zijn.
In deze eerste periode van het vak Science ga je kennismaken met Natuurwetenschappen. Maak je geen zorgen, er zijn al veel mensen geweest die zich hiermee bezig gehouden hebben. Al in de préhistorie hielden mensen zich bezig met Natuur wetenschappen.
1. Wat is Science?
Science is eigenlijk een vak waarin je leert over de wereld om je heen door verschillende wetenschappen te combineren. Deze wetenschappen zijn biologie, natuurkunde, en scheikunde. Elk van deze vakken heeft zijn eigen focus en samen geven ze je een compleet beeld van hoe dingen werken. Laten we eens kijken naar wat elk vak inhoudt en wat de verschillen zijn.
Biologie
Waar gaat het over?
- Biologie is de studie van het leven. Hier leer je over planten, dieren, mensen en andere levende wezens.
- Je ontdekt hoe organismen groeien, zich voortplanten, en hoe ze zich aanpassen aan hun omgeving.
- Onderwerpen zoals cellen, genetica, evolutie, en ecologie komen aan bod.
Wat leer je?
o.a.:
- Hoe het lichaam van een mens en dier werkt.
- Hoe planten voedsel maken met fotosynthese.
- Hoe verschillende soorten dieren en planten met elkaar en hun omgeving samenwerken.
Voor al je Biologische vragen kun je terecht bij: Eveline&Tjeerd
Natuurkunde
Waar gaat het over?
- Natuurkunde is de studie van de natuurwetten en hoe de wereld om ons heen werkt op het gebied van energie, kracht, en beweging.
- Je leert over krachten zoals zwaartekracht, elektriciteit, magnetisme, en hoe licht en geluid zich verplaatsen.
Wat leer je?
o.a.:
- Waarom dingen vallen als je ze loslaat (zwaartekracht).
- Hoe je snelheid en versnelling kunt berekenen.
- Hoe elektriciteit werkt en hoe je een simpele elektrische circuit maakt.
Voor al je natuurkundige vragen kun je terecht bij: Joost & Walter
Scheikunde
Waar gaat het over?
- Scheikunde is de studie van stoffen en hoe ze veranderen. Je leert over atomen, moleculen, en chemische reacties.
- Het gaat over hoe stoffen met elkaar reageren om nieuwe stoffen te vormen en hoe we die reacties kunnen gebruiken.
Wat leer je?
o.a.:
- Welke scheikundige stoffen zijn er allemaal
- Wat het periodiek systeem is
- Wat er gebeurt als je verschillende stoffen mengt.
- Hoe je nieuwe stoffen kunt maken door chemische reacties.
- Waarom bepaalde stoffen wel of niet met elkaar reageren.
Voor al je scheikundige vragen kun je terecht bij: Sifra & Marleen
Flipcards zijn kleine kaartjes die aan beide zijden informatie bevatten. In het geval van het leren van chemische elementen, staat op de ene zijde de afkorting (symbool) van een element en op de andere zijde de volledige naam van het element. Ze kunnen voor allerlei onderwerpen gebruikt worden, zoals woordenschat, historische feiten, formules in de natuurkunde, of zelfs wiskundige begrippen.
Waarom zijn Flipcards een effectief leermiddel?
Flipcards zijn een krachtig hulpmiddel voor leren en geheugen omdat ze gebruik maken van een techniek die bekend staat als **actief herhalen**. Actief herhalen is het proces waarbij informatie wordt herhaald en actief wordt opgehaald uit het geheugen. Deze methode is effectiever dan passieve herhaling (zoals het herlezen van een tekst) omdat het retrieval practice bevordert, oftewel het oefenen van het ophalen van informatie.
Voordelen van Flipcards:
1. Actieve Leerparticipatie: Door actief de informatie te moeten oproepen, worden leerlingen meer betrokken bij het leerproces.
2. Hoge Efficiëntie: Ze zijn eenvoudig en snel te gebruiken, wat handig is voor korte herhalingen tijdens studietijd.
3. Aanpasbaarheid: Flipcards kunnen aangepast worden aan elk vakgebied en leerdoel.
4. Herhaling en Retentie: Regelmatig gebruik van flipcards helpt bij het verankeren van kennis in het langetermijngeheugen.
5. Zelftestmogelijkheden: leerlingen kunnen zichzelf testen, wat bijdraagt aan betere zelfevaluatie van hun kennis.
Wetenschappelijke Onderbouwing
Er is veel onderzoek gedaan naar de effectiviteit van actief herhalen en zelftesten bij het leren. Een van de belangrijkste bevindingen komt uit het werk van Henry Roediger en Jeffrey Karpicke, bekend om hun onderzoek naar het "testing effect". Het "testing effect" beschrijft hoe het ophalen van informatie (bijvoorbeeld door middel van flipcards) de retentie van die informatie verbetert, vergeleken met alleen het opnieuw bestuderen van het materiaal.
Studies tonen aan dat het regelmatig oefenen van het ophalen van informatie leidt tot een significante verbetering in het onthouden van die informatie op lange termijn.
Praktische Tips voor het Gebruik van Flipcards
1. **Regelmatige Herhaling:** Gebruik de flipcards regelmatig, bijvoorbeeld dagelijks of wekelijks, afhankelijk van de hoeveelheid informatie en de tijd die beschikbaar is.
2. **Mix van Informatie:** Zorg ervoor dat je flipcards variëren in moeilijkheidsgraad en onderwerp om een breder scala aan kennis te dekken.
3. **Zelftest:** Test jezelf en probeer de informatie op te halen voordat je de kaart omdraait om het antwoord te controleren.
4. **Gebruik van Afbeeldingen:** Voor visuele leerstof kunnen afbeeldingen op de flipcards toegevoegd worden om de associaties te versterken.
Conclusie
Flipcards zijn een eenvoudig maar zeer effectief leermiddel voor het onthouden van informatie zoals chemische elementen. Ze bevorderen actief leren en herhaling, wat essentieel is voor het verankeren van kennis in het langetermijngeheugen. Door hun veelzijdigheid en bewezen effectiviteit, ondersteund door wetenschappelijke literatuur, zijn flipcards een uitstekende aanvulling op elke studiepraktijk.
Opdracht 1: Eerste kennismaking met Scheikunde "Het periodiek systeem"
Alles wat je nu als eerste kennismaking moet eten over het periodiek systeem vind je hieronder. We gebruiken de informatie van de website ptable.com en de site van Mr. Chadd als bronnen. Let op: het stuk over de covalentie op de site van Mr Chadd is nog niet relevant, dat krijg je pas in klas 4 bij Scheikunde😉
Alle scheikundige elementen hebben een afkorting en uiteraard ook een gewone naam. Het kennen van de symbolen en de naam van de elementen is noodzakelijk voor het leren van scheikunde. Als je de namen en afkortingen niet goed kent, dan maak je het jezelf erg lastig om een goed cijfer te halen voor scheikunde. De basis van scheikunde is het kennen van de belangrijkste elementen. Met deze elementen kun je allerlei stoffen bouwen. Een voorbeeld is water. Iedereen kent de afkorting van water....😎
Water bestaat uit twee verschillende elementen: 2x H + 1x O
Het cijfer 2 moet rechts schuin onder de hoofdletter H!!!! Schrijf nooit H20
Speel het flipcard spel met jezelf of met andere uit je klas 👍
CHECK YOURSELF MOMENTJE, formatief toetsje hieronder 🤪
Klaar met oefenen en denk je de toets met een score van minimaal 90% te kunnen maken? LOG DAN HIER IN, Wij tekenen je score af als VOLDAAN in SomtoDay ( met weging 0) als je de minimum score van 90% hebt behaald😎
Uitslag van de eerste ronde Formatief toetsje SP101
Als je het oefentoetsje gemaakt hebt, krijg je het resultaat van ons om te bekijken. De beoordeling 90% of hoger goed is een G in Som vullen wij in 😉 Heb je lager gescoord dan 90%, no stress, gewoon opnieuw proberen.
Verschillen tussen Biologie, Natuurkunde, en Scheikunde
Biologie: Gaat over alles wat leeft. Je leert hoe levende wezens functioneren en met elkaar in verbinding staan. Natuurkunde: Gaat over de wetten van de natuur die alles om ons heen beïnvloeden, zoals beweging, energie, en krachten. Scheikunde: Gaat over stoffen en hun reacties. Je leert hoe materialen veranderen en nieuwe materialen ontstaan.
Science?
Door biologie, natuurkunde, en scheikunde samen te leren, krijg je een breder begrip van de wereld. Het helpt je te begrijpen hoe levende wezens werken (biologie), hoe de natuurwetten alles om ons heen beïnvloeden (natuurkunde), en hoe stoffen veranderen en met elkaar reageren (scheikunde). Science combineert deze kennis, zodat je complexe problemen kunt oplossen en nieuwe dingen kunt ontdekken.
Lab veiligheid altijd op nummer 1
Hier zijn enkele belangrijke veiligheidsregels voor ons practicumlokaal op het Arte:
Regel 1: Luister altijd naar de aanwijzingen van André, hij is "DE EINDBAAS" van het Lab.
Belangrijke Veiligheidsregels in het Practicumlokaal
- Draag Altijd Beschermende Kleding
- Draag altijd een labjas om je kleding en huid te beschermen tegen chemische stoffen.
- Veiligheidsbril:Bescherm je ogen tegen spatten en dampen door een veiligheidsbril te dragen.
- Handschoenen:Gebruik handschoenen wanneer je met gevaarlijke stoffen werkt.
Gedraag Je Verantwoordelijk
- Rustig en Voorzichtig: Beweeg rustig en voorzichtig in het practicumlokaal om ongelukken te voorkomen.
- Geen Grapjes: Maak geen grapjes of ren niet rond. Het practicumlokaal is geen plek voor speels gedrag.
Lees en Volg Instructies
- Voorbereiding: Lees altijd de instructies van het experiment voordat je begint.
- Volg De Regels: Volg precies de instructies van je docent en de handleiding van het experiment.
Veilig Omgaan met Apparatuur**
- Juiste Gebruik: Gebruik apparatuur alleen zoals het bedoeld is en zoals je geleerd hebt.
- Inspecteer Apparatuur: Controleer altijd of de apparatuur in goede staat is voordat je deze gebruikt.
Ken de Nooduitgangen en Veiligheidsapparatuur
- Nooduitgangen:Weet waar de nooduitgangen zijn en hoe je snel het lokaal kunt verlaten.
- Brandblusser en Branddeken: Weet waar de brandblusser en branddeken zijn en hoe je ze moet gebruiken.
- Oogdouche en Nooddouche:Weet waar de oogdouche en nooddouche zich bevinden en hoe je ze moet gebruiken in geval van nood.
Werk Veilig met Chemische Stoffen
- Etiketten Lezen: Lees altijd de etiketten op chemische stoffen en let op de veiligheidspictogrammen.
- Gebruik De Zuigkap:Werk met gevaarlijke dampen altijd onder een zuigkap.
- Giet Voorzichtig:Giet vloeistoffen langzaam en voorzichtig om spatten te voorkomen.
Houd het Practicumlokaal Schoon en Georganiseerd
- Opruimen:Ruim je werkplek op na elk experiment. Laat geen rommel achter.
- Geen Eten en Drinken: Eten en drinken zijn verboden in het practicumlokaal om verontreiniging te voorkomen.
Rapporteer Ongelukken en Incidenten**
- Meld Onmiddellijk:Meld direct alle ongelukken, gemorste chemicaliën of beschadigde apparatuur aan je docent.
- Eerste Hulp: Weet waar de EHBO-doos is en hoe je basis eerste hulp moet toepassen.
Gebruik Van Glaswerk
- Inspecteer Glaswerk:Controleer glaswerk op scheuren of barsten voor gebruik.
- Veilig Verwarmen:Verwarm glaswerk langzaam om breken te voorkomen.
Conclusie
Veiligheid in het practicumlokaal is cruciaal. Door deze regels te volgen, zorg je ervoor dat je veilig en effectief kunt werken, en voorkom je ongelukken en blessures. Onthoud dat een veilige werkomgeving begint met jouw eigen verantwoordelijk gedrag en aandacht voor details. heb je twijfels over een situatie, dan geldt altijd REGEL 1. 😉
Veiligheidspictogrammen op Chemische Producten
Vanaf 1 juni 2017 moeten alle chemische producten in de handel de nieuwe gevaarsymbolen dragen. Negen nieuwe pictogrammen in een witte ruit met een rode rand vervangen de zeven gevaarsymbolen met een oranje achtergrond
De etiketten op verschillende chemische producten - die uit meerdere stoffen bestaan - zoals wasmiddelen en verven werden al sinds juni 2015 in heel Europa en in een groot aantal landen wereldwijd aangepast. Bedrijven hadden nog een overgangsperiode tot 1 juni 2017. Nu mogen winkels enkel nog chemische producten verkopen met de nieuwe etiketten. De milieu-inspectie van de federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu zal de volgende maanden toezien op de naleving in de winkels.
Bij het werken met chemische producten in het laboratorium is veiligheid heel belangrijk. Veiligheidspictogrammen helpen je om snel te zien welke gevaren een chemisch product kan hebben. Veiligheidspictogrammen zijn er om je te helpen veilig te werken met chemische producten. Let goed op deze pictogrammen en volg de veiligheidsinstructies op om ongelukken te voorkomen.
Opdracht 2 : Gevarensymbolen in de Chemie
- Op de binnenzijde van de kaft van je Labjournaal staan de 9 pictogrammen afgebeeld met daarbij een korte beschrijving van wat elk symbool betekent.(je mag tekenen, printen-knippen-plakken etc.)
Belangrijke Vaardigheden voor Science Lessen
In de science lessen leer je verschillende vaardigheden die belangrijk zijn om goed natuurwetenschappelijk werk te doen. Hier zijn een paar van deze vaardigheden:
Het Juist Gebruiken van een Labjournaal
Een labjournaal is een boek waarin je alles opschrijft wat je tijdens een experiment doet en ziet. Goed gebruik ervan betekent:
- Alles Overschrijven:Schrijf precies op wat je doet en wat je ziet, zodat je experiment altijd opnieuw kan worden gedaan.
- Duidelijke Indeling:Gebruik vaste onderdelen zoals titel, datum, doel, hypothese, materialen, methode, observaties, resultaten, analyse, conclusie en reflectie.
- Regelmaat:Schrijf regelmatig en netjes tijdens je experiment.
Hierover straks meer bij Leerdoel 1. "Ik kan op de juiste manier een labjournaal invullen".
Tekenvaardigheden
Tekenvaardigheden zijn belangrijk om dingen die je ziet te laten zien, vooral als woorden niet genoeg zijn, zoals een cel of een opstelling. Dit betekent:
- Nauwkeurigheid: Maak nauwkeurige en gedetailleerde tekeningen.
- Labels en Beschrijvingen:Voeg labels en uitleg toe aan je tekeningen.
- Schaal en Verhoudingen: Zorg dat je tekeningen op schaal zijn en de juiste verhoudingen hebben.
Hierover straks meer bij Leerdoel én Opdracht 2: "Natuurwetenschappelijk tekenen"
Gebruik van de Teclu-brander
De Teclu-brander wordt gebruikt om stoffen te verwarmen. Veilig en effectief gebruik hiervan betekent:
- Veiligheid: Draag altijd een labjas en een veiligheidsbril. Bind lange haren vast en vermijd loszittende kleding.
- Correcte Techniek: Leer hoe je de brander aansteekt en de vlam aanpast. Begrijp de verschillende delen van de vlam en waarvoor ze worden gebruikt.
- Nauwkeurigheid:Werk zorgvuldig en gebruik de brander alleen wanneer nodig. Laat de brander nooit onbeheerd achter.
Het leren van deze vaardigheden helpt je om beter te worden in science lessen. Door het juiste gebruik van een labjournaal, goed kunnen tekenen, werken met een microscoop en veilig gebruik van een Teclu-brander, ben je goed voorbereid voor wetenschappelijk werk.
Hierover straks meer bij leerdoel 3: "veilig werken met de Teclu brander"
In het lab worden verschillende soorten glaswerk gebruikt. Elk soort heeft zijn eigen mogelijkheden en onmogelijkheden. Het is belangrijk dat je de namen weet van het meest voorkomende glaswerk in het lab en vooral hoe je er veilig en vooral ook nauwkeurig mee kunt werken
'Hierover straks mee bij leerdoel 4: "veilig en nauwkeurig werken met laboratorium glaswerk".
Natuurwetenschappers zijn gek op software die voor hun de belangrijkste taken uitvoeren. Wetenschappers zijn namelijk van nature best lui.
Software zoals Excel of SPSS is onmisbaar bij het doen van onderzoek. Het zijn programma's die de moeilijkste berekeningen snel uit kunnen voeren en deze kunnen verwerken in tabellen en grafieken.
Hierover straks meer bij het leerdoel 5: "Eenvoudige berekeningen, grafieken en tabellen maken in excel".
Bij Natuurwetenschappelijke onderzoeken wordt er vaak gebruik gemaakt van een labjournaal, een soort logboek waarin je precies bijhoudt wat je allemaal doet tijdens het onderzoeken.
Leerdoel 1. Ik kan op de juiste manier een labjournaal invullen.
Wat is een labjournaal?
Een labjournaal is een schrift of digitaal document waarin je al je observaties, experimenten, en resultaten bijhoudt tijdens je wetenschappelijke experimenten. Het is een cruciaal onderdeel van het wetenschappelijk proces en helpt je om georganiseerd en nauwkeurig te blijven.
Waarom gebruik ik een labjournaal?
- Documentatie: Het bijhouden van een labjournaal helpt je om precies te documenteren wat je hebt gedaan en wat de resultaten waren. Dit is belangrijk voor het begrijpen en repliceren van je experimenten.
- Nauwkeurigheid: Het zorgt ervoor dat je niets vergeet en dat je gegevens accuraat zijn. Dit is essentieel voor betrouwbare wetenschappelijke resultaten.
- Analyse: Door je waarnemingen en resultaten te noteren, kun je later je gegevens analyseren en conclusies trekken.
- Verantwoording: Het laat anderen zien wat je hebt gedaan en hoe je tot je resultaten bent gekomen. Dit is belangrijk als je je werk moet verantwoorden of presenteren.
Wil je meer zien van het labjournaal van Leonardo da Vinci?
Wat noteer ik in een labjournaal?
1. Titel en Datum: Begin elke nieuwe experiment met een duidelijke titel en de datum waarop je het experiment uitvoert.
2. Doel: Schrijf het doel van het experiment op. Wat probeer je te ontdekken of te bewijzen?
3. Hypothese: Verplicht bij Scheikunde en Biologie. Bij natuurkunde alleen als het niet om een losse meting gaat. Noteer je hypothese, wat je denkt dat er zal gebeuren en waarom.
4. Materialen: Maak een lijst van alle materialen en apparatuur die je gebruikt.
5. Methode: Beschrijf de stappen die je volgt tijdens het experiment. Dit moet zo gedetailleerd zijn dat iemand anders je experiment zou kunnen herhalen.
6. Observaties: Noteer alle observaties tijdens het experiment. Dit kunnen kwantitatieve gegevens zijn (getallen, metingen) en kwalitatieve gegevens (beschrijvingen van wat je ziet).
7. Resultaten: Schrijf de resultaten van je experiment op. Dit kan in de vorm van tabellen, grafieken, of beschrijvingen zijn.
8. Analyse: Analyseer je resultaten. Wat betekenen ze? Was je hypothese correct?
9. Conclusie: Trek een conclusie op basis van je analyse. Wat heb je geleerd van het experiment?
10. Discussie en Reflectie: Reflecteer op het experiment. Wat ging goed? Wat kon beter? Wat zou je de volgende keer anders doen?
Tips voor een goed labjournaal:
- Wees duidelijk en precies: Zorg ervoor dat je aantekeningen begrijpelijk en gedetailleerd zijn.
- Gebruik correcte terminologie: Gebruik wetenschappelijke termen waar mogelijk.
- Maak het visueel: Gebruik tekeningen, diagrammen en tabellen om je observaties en resultaten te illustreren.
- Wees eerlijk: Noteer zowel je successen als je mislukkingen. Dit is allemaal waardevolle informatie.
Kwaliteitsbeoordeling door de docenten
Om de kwaliteit van je labjournaal te beoordelen, letten we op de volgende punten:
- Volledigheid: Zijn alle onderdelen (doel, hypothese, materialen, methode, etc.) ingevuld?
- Nauwkeurigheid: Zijn de observaties en resultaten correct en gedetailleerd genoteerd?
- Duidelijkheid: Is het labjournaal goed georganiseerd en makkelijk te begrijpen?
- Reflectie: Is er een goede analyse en reflectie op de resultaten?
Bij de vakken Biologie, Natuur- en Scheikunde is het goed maken van duidelijke schetsen en tekeningen een belangrijke vaardigheid. Bij onderzoek maak je gebruik van deze vaardigheden. Het maken van situatieschetsen en tekeningen van waarnemingen hoort daar bij. Je schetst en tekent altijd in je Labjournaal, zodat je goed kunt zien wat je proces is geweest en wat je hebt onderzocht.
Natuurwetenschappelijk tekenen: de Appel.
Voor dit deel van het thema maken we gebruik van verschillende bronnen waaruit we onze kennis kunnen halen. Door de inhoud van alle bronnen goed samen te voegen, krijg je een compleet beeld van het onderwerp. Uiteindelijk is het de bedoeling dat je de leerdoelen beheerst en dat je de aangegeven succescriteria kunt gebruiken in het geven van een juist antwoord. Naast de digitale bronnen die je op deze pagina vind onder de drukknopjes met "Bron:" erop, of de instructie video's met informatie over het onderwerp. Vraag bij onduidelijkheden aan één van de docenten om hulp, dan leggen wij het je met plezier uit en helpen je verder. Vergeet je om hulp te vragen, dan zijn wij daar helaas niet verantwoordelijk voor.
Bij het einddoel 2 gaat het om de vaardigheid die je moet hebben in de bovenbouw om een juiste natuurwetenschappelijke tekening te kunnen maken. Deze tekening moet altijd voldoen aan de "tekenregels", anders is je tekening niet goed. Zelfs de prachtigste tekening kan zo voor het vak Biologie, Scheikunde en/of Natuurkunde waardeloos zijn in je verslag of presentatie. Het is dus belangrijk om goed op de hoogte te zijn van deze tekenregels. Daarom gaan we er wéér mee oefenen.
Aan de slag met de tekenregels
Eerst ga je jezelf verdiepen in de theorie van de tekenregels. Hieronder vind je bronnen die je kunt raadplegen. Maak voor jezelf aantekeningen, een samenvatting of een mind-map van de informatie die je vindt.
Leerdoel 2: Ik kan een natuurwetenschappelijke tekening maken welk aan alle tekenregels voldoet.
Succescriteria: je kunt de volgende termen gebruiken in je tekening:
- Schematische tekening
- Natuurgetrouwe tekening
- Lengte doorsnede
- Dwars doorsnede
- Buitenaanzicht
- Vergroting
- Object
- HB potlood
- Geo-driehoek / liniaal
- Gum
Bron: Video “ de tekenregels, hoe zat dat ook alweer” ?
Vaardigheidsopdracht: Een wetenschappelijke tekening maken.
Tekenopdracht "Appeltje": Deze opdracht bestaat uit 3 tekenopdrachten en wordt beoordeeld door de docenten. BELANGRIJK: Let op de tekenregels !
Opdracht 3: Maak 3 Natuurwetenschappelijke tekeningen.
- één natuurgetrouwe tekening van de buitenkant van de 🍏,
- én een schematische tekening van de lengtedoorsnede van de 🍏,
- én een schematische dwarsdoorsnede van de 🍏.
Lever je Labjournaal met je tekenresultaat in bij de docent. Hij tekent de opdracht van de pictogrammen én de tekeningen af in SOM. De opdracht móet met een VOLDOENDE afgesloten worden. Eerste keer niet voldoende, géén paniek, je moet hem overdoen. Net zo lang tot het werk voldoende is.
EXTRA voor de liefhebbers van tekenen 😎 geheel vrijblijvend
Natuurhistorisch tekenen is nog steeds heel belangrijk in de natuurwetenschappen van vandaag. Hieronder voorbeelden uit het verleden van;Leonardo da Vinci (1452-1519) a treatise of painting, Maria Sibylla Merian (1647-1717) metamorphosis insectorium Surinamea en Ernst Haeckel (1834-1919) Kunstformen der Natur.
CHECK YOURSELF MOMENTJE, formatief toetsje hieronder 🤪
Geheugentest
We testen even nog of je de scheikundige elementen nog weet. Log in in Socrative student en maak de test. We gaan weer voor de 90% 😉 ( weging 0 én in Somtoday)
Teclu brander
Voor het verwarmen van reageerbuizen en ander glaswerk wordt een gasbrander gebruikt met regelbare gas- en luchttoevoer. Er zijn twee soorten branders, de bunsenbrander en de teclubrander. De laatste wordt het meest gebruikt en veelal (ten onrechte) ook bunsenbrander genoemd. Het verschil zit in de regeling van de luchttoevoer. De teclubrander heeft een conische luchttoevoer (‘schoorsteen’) die wordt bediend via een ring eronder. De bunsenbrander heeft een rechte schoorsteen met bedieningsring ‘om de schoorsteen’. Wij gebruiken op het Arte alleen de Teclu brander.
Leerdoel 3. Ik kan op een veilige manier met een gasbrander werken
Het veilig gebruik van de Teclu brander is een belangrijke vaardigheid die veelvuldig terugkomt tijdens het werken in het lab. Het is belangrijk dat je dit regelmatig oefent, zodat veilig werken altijd op 1 blijft staan.
Hoe werk je veilig met de Teclu brander?
1. Controleer of de brander geschikt is voor gebruik door:
- De luchtregelschijf met één vinger dicht te draaien.
- Te kijken of je de gasregelknop met één vinger kunt bewegen.
- Te kijken of de vlampijp los zit, je probeert dit door met twee vingers de schoorsteen te draaien.
2. Draai de luchtregelschijf dicht, dit doe je door hem naar boven te draaien, met één vinger.
3. Draai de gasregelkraan dicht (met de klok mee) met één vinger en zorg ervoor dat je met je ogen tussen het schroefje en de vlampijp kijkt.
4. Monteer de gasslang aan de hoofdgaskraan vast:
Duw en draai (wring) de slang tot over het eerste bolletje, als je de gasslang gemakkelijk over het tweede bolletje heen duwt ga dan naar de docent of TOA en laat de gasslang controleren.
5. Open de hoofdgaskraan door de hendel in te drukken of naar boven te trekken en 90 ° te draaien.
6. Wacht 30 tellen en ruik. Als je gas ruikt laat dan de slang controleren bij je docent of TOA.
7. Het aansteken van de brander:
Je neemt minstens drie seconden de tijd voor het aansteken van de lucifer, houd je lucifer naar beneden, na drie seconden houd je de lucifer boven de schoorsteen en draai je met je andere hand de gasregelknop open; er moet een gele bewegende vlam ontstaan. Zo niet dan draai je de gasregelknop direct weer dicht. Lukt het niet? Controleer je brander of vraag hulp bij de docent of TOA.
8. Een werkvlam maken:
- Met één vinger de luchtregelschijf open draaien. Je draait hem zover open totdat je hem hoort.
Stappenplan gasbrander uitzetten
- Draai de luchtregelschijf dicht.
- Draai de hoofdgaskraan dicht en wacht 30 seconden.
- Draai de gasregelknop dicht.
- Verwijder de gasslang van de hoofdgaskraan: zet wijsvinger en duim op het bobbeltje sla daarna de hand om de slang en wring hem los.
Opbergen in kast.
Nooit vastpakken bij de schoorsteen altijd vastpakken bij de conus.
Duo opdracht 4: Werken met de Teclu brander
In deze opdracht ga je met z'n tweeën een eenvoudig onderzoekje doen waarbij jullie een Teclu brander gaan gebruiken. In de opdrachtomschrijving staat precies wat je moet doen. Van deze proef maken jullie een verslag in je labjournaal. De uitwerking van het verslag moet met een voldoende worden afgesloten. Werk veilig en met plezier.
In het lab worden verschillende soorten glaswerk gebruikt. Elke soort heeft zijn eigen gebruiksvoordelen. Glaswerk is over het algemeen best kostbaar om aan te schaffen. Ga er dus voorzichtig mee om😉. Als je per ongeluk iets breekt, geef het even door aan je docent en/of aan André. Dan worden we niet boos op je maar dan weten we dat er iets nieuws besteld moet worden. Zo grijpen we nooit mis als we een proefje willen doen 👍.
Gaat er per ongeluk iets stuk, dan gooi je het natuurlijk in de .........
Gooi het nooit bij het gewone afval, dat is gevaarlijk voor de schoonmakers. Zij verwachten geen glas in de afvalzakken en kunnen zich dan snijden.
Leerdoel 4: ik kan van laboratoriumglaswerk de naam geven en vertellen waarvoor het glaswerk gebruikt kan worden.
Hieronder vind je een met lijst bevat het belangrijkste laboratoriumglaswerk die herkenbaar zijn in een schoolpracticumlokaal en geschikt zijn voor diverse laboratoriumtechnieken.
- Bekerglas
- Erlenmeyer (Kolf)
- Maatcilinder (Maatglas)
- Pipet (Pasteurpipet en Volpipet)
- Buretten
- Petrischaal
- Maatkolf (Volumetrische Kolf)
- Druppelpipet (Druppelglaspipet)
- Reageerbuis
- Reageerbuishouder en Reageerbuisklem
- Horlogeglas
- Verdampingsschotel
- Druppelteller
- Brander (Bunsen of Teclu)
- Trechter
Opdracht 5: literatuuronderzoek Glaswerk "Knippen &Plakken"
Met de knop hieronder kom je in een document waarin 15 soorten glaswerk staan genoemd. Zoek bij elk soort glaswerk een plaatje, Plak dit plaatje in je labjournaal met het juist stukje tekst eronder.
TIP: André geeft op aanvraag van kleine groepen GRATIS uitleg over glaswerk in het Lab. Maak met hem een afspraak en hij help je graag.
CHECK YOURSELF MOMENTJE, formatief toetsje hieronder 🤪
Test jezelf met Glaswerk
Maak het testje over glaswerk in Socrative student. Ga voor de 90% (weging 0 in Somtoday momentje 😏, de elementen oefenen we ook nog even in deze test 😂)
Als je berekeningen uit gaat voeren moet je goed instaat zijn om te kunnen tellen. Rekenen en wiskunde zijn schoolvakken waarbij rekenvaardigheden erg belangrijk zijn. Heb je nog moeite met rekenen, dan is daar een oplossing voor. Bekijk het filmpje onder de knop als je meer wilt leren over rekenen.
Op school gebruiken wij het programma Excel van Microsoft. Het is een heel uitgebreid rekenprogramma waarmee je ongelofelijk veel en vooral ingewikkelde berekeningen kunt uitvoeren. Het werken met Excel is niet heel ingewikkeld, maar je moet er wel even voor gaan zitten.
Wat is Excel en wat kun je ermee?
Feitelijk is Microsoft Excel één groot vel ruitjespapier dat je kan gebruiken voor het noteren van allerlei gegevens. De gegevens die kunnen worden ingevoerd bestaan vaak uit getallen of tekst. Deze gegevens worden genoteerd in de ruitjes op op het ruitjespapier in Excel, deze ruitjes noemen we in Excel "cellen". Eén cel vormt het snijpunt van een rij met een kolom.
Excel beschikt over meer dan 1 miljoen rijen en over meer dan 16.000 kolommen. Lengte maal breedte leert ons al snel dat we in één Excel blad te maken hebben met méér dan 16 miljard cellen. Met de gegevens in iedere cel kunnen weer berekeningen gedaan worden. Zo kan je bijvoorbeeld de ene cel optellen of vermenigvuldigen met de andere cel. De uitkomt van deze berekening komt dan weer in een andere cel te staan. Veranderd achteraf één van de waarden in een cel waarmee een berekening is gedaan, dan veranderd automatisch de uitkomst. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn voor het maken van INGEWIKKELDE NATUURKUNDIGE FORMULES.
Door op een efficiënte wijze gebruik te maken van Microsoft Excel kunnen dergelijke gegevens snel inzichtelijk worden gemaakt.
Leerdoel 5: ik kan in Excel de volgende eenvoudige functies gebruiken en deze toepassen
Hoe je Excel gebruikt kun je terugvinden in de bron hieronder:
In de snelkoppeling hieronder ga je naar Excel
Opdracht 6: Werken in Excel
Welkom bij dit hypothetisch experiment waarin we de giftigheid van stof X onderzoeken met behulp van watervlooien als testorganismen. Giftigheid, of toxiciteit, is een cruciale factor in de wetenschap, vooral bij het begrijpen van hoe verschillende stoffen invloed kunnen hebben op levende organismen en het milieu.
In dit experiment heb je zeven reageerbuizen gebruikt, elk gevuld met een oplopende concentratie van stof X. Deze concentraties variëren van 0 gram per liter (g/l) tot 1 g/l, waarbij elke volgende buis een verdunning heeft van 10% ten opzichte van de vorige. Vervolgens heb je watervlooien aan elke buis toegevoegd om de effecten van de verschillende concentraties te observeren.
Na één dag heb je de resultaten genoteerd, namelijk het aantal levende en dode watervlooien in elke buis. Deze gegevens zijn cruciaal voor het bepalen van de giftigheid van stof X en zijn terug te vinden in het Excel-bestand. Dit bestand bevat de onderzoeksresultaten van 3 klassen die het onderzoek hebben uitgevoerd. Het bevat dus veel data en is daardoor betrouwbaarder dan dat 1 leerling het onderzoek uitgevoerd zou hebben. Het data-bestand vinden je hieronder..
Jouw taak is nu om deze gegevens in Excel te gebruiken om de giftigheid van stof X te analyseren. Door het berekenen van percentages van overleving en mortaliteit kun je inzicht krijgen in hoe de concentratie van stof X de overleving van watervlooien beïnvloedt.
Welke gegevens moet je uit het data bestand berekenen in Excel?
- De grootte van n= (grootte van de onderzoeksgroep = totaal aantal watervlooien)
- Totaal aantal dode organisme ( buis 1 t/m 7)
- Relatief gemiddelde sterfte percentage per buis 1 t/m 6 ( sterfte inclusief natuurlijke sterfte)
- Reële sterftepercentage (Sterfte - natuurlijke sterfte)
- Natuurlijke sterfte in de controle groep (buis 7)
- Gemiddelde sterftecijfer per buis
Verrassing: GO 4 The 90% in Socrative Student (weging 0 in Somtoday)
In de natuurwetenschappen wordt veel gebruik gemaakt van formules.
Wat zijn formules?
Formules zijn zoals wiskundige zinnen die ons helpen om dingen uit te rekenen. Ze laten zien hoe verschillende dingen met elkaar verbonden zijn.
Waarom zijn formules belangrijk?
Formules maken het makkelijker om problemen op te lossen en dingen te voorspellen.
Bijvoorbeeld, met de formule voor snelheid afgekort met de letter v (van velocitas en niet de hoofdletter V want die betekent Volume = de hoeveelheid ruimte die iets inneemt) kunnen we uitrekenen hoe snel iets gaat als we weten hoe ver het is gegaan afgekort met de letter s (van spatio = afgelegde afstand) en hoe lang het duurde in tijd = t(de afkorting van tempo)
s = v x t
- s afstand (hoe ver iets gaat)
- v snelheid
- t tijd (hoe lang het duurt)
Hoe gebruik je formules?
1. Zoek de grootheden: Kijk welke dingen je weet en welke je moet vinden.
2. Kies de juiste formule: Zoek de formule die je nodig hebt.
3. Vul de waarden in: Zet de getallen in de formule.
4. Reken uit: Doe de berekening om het antwoord te vinden of gebruik Excel
Tips voor het werken met formules
- Controleer de eenheden: Zorg dat alle eenheden kloppen voordat je begint.
- Formule herschrijven: Soms moet je de formule aanpassen om het juiste antwoord te vinden.
- Oefenen: Hoe meer je oefent, hoe beter je wordt!
Als bron gebruiken we de website van Walter: Natuurkunde Geflipt. Hij heeft deze site speciaal ontworpen om jou als leerling zoveel mogelijk te helpen met het vak Natuurkunde. Of je nu op de havo of op het vwo zit, dat maakt niet uit. Voor alle bovenbouwklassen staat er extra hulp, filmpjes met uitleg, oefenopgave en nog veel meer voor het vak natuurkunde. Vandaar dat we deze bron ook nu gaan gebruiken.
Leerdoel 7: ik kan met eenheden en grootheden werken
De Juiste leerdoelen en opdracht 7 zijn terug te vinden onder het kopje: "Grootheden,Eenheden en Formules" op de website van Natuurkunde Geflipt.
Leerdoel 8: ik kan met eenvoudige formules rekenen
Ook bij dit onderwerp gebruiken we de website van Walter: Natuurkunde Geflipt. De leerdoelen en opdracht 8 vind je hier ook terug