Toespraak wethouder Bastiaens
Speech wethouder Frans Bastiaens voor de uitreiking van de Leo Herberghs Poëzieprijs op 13 okt. 2024 aan Paul Hermans (vanwege zijn afwezigheid aan zijn neef Emile Hermans)
Beste mensen,
Vandaag wordt de vijfde en laatste ‘Leo Herberghs-poëzieprijs Maastricht’ uitgereikt. Daarmee is het Spoorpad, als ‘Leo Herberghs-poëziepad’ in de Lage Fronten, compleet. Zeven gedichten sieren deze wandelweg in de restanten van de noordelijke Maastrichtse vestingwerken. De stad is een literaire attractie rijker; het werk van de Stichting Dichter in Beeld in Maastricht is of lijkt - ik kom er straks op - afgerond.
De Stichting Dichter in Beeld heeft de Leo Herberghs-poëzieprijs 2024 toegekend aan de geboren Maastrichtenaar Paul Hermans. Ik mag die prijs vandaag uitreiken. Ik doe dat graag en van harte. Jammer genoeg kan de laureaat, wegens persoonlijke omstandigheden, vandaag niet aanwezig zijn. Neef en beeldend kunstenaar Emile Hermans neemt namens Paul de prijs in ontvangst. Emile, welkom!
Beste mensen,
Bij de voorbereiding van deze speech is er contact geweest met Paul Hermans. Op de vraag naar wat de toekenning van deze prijs met hem doet, antwoordde hij dat hij dit ziet als een erkenning; hij vindt het ‘zeer eervol’. ‘Zeker’, zo voegt hij daaraan toe, ‘als je ziet in welk gezelschap van dichters mijn gedicht aan het Leo Herberghspoëziepad nu is geplaatst; in dat van Maarten van der Graaf, M. Lucas Rijneveld, Radna Fabias, Maud Vanhauwaert, Wiel Kusters en Leo Herberghs. Niet de minsten!’ zo laat hij weten. Een extra dimensie is dat Paul Hermans ooit - in 2015 - al is genomineerd voor de prijs. Hij heeft dat toen afgehouden omdat hij het jaar daarvoor zelf in de jury zat. Een toekenning vond hij daarom onzuiver. Een zeer respectabele opstelling.
Er is niet veel voor nodig om vast te stellen, dat het werk van Leo Herberghs en dat van Paul Hermans drinken uit dezelfde bronnen. Opvallend is de uit een welhaast ‘kinderlijke’ (tussen aanhalingstekens) verwondering voortkomende, nauwgezette observatie van de wereld en zijn bewoners én de prachtige, bijna jaloers makende eenvoud waarmee dat alles gezegd wil zijn. En zeker ook de fascinerende, wonderlijke wereld - met de vanzelfsprekende accentverschillen - die beide dichters oproepen.
Bijzonder is ook dat Paul Hermans en Leo Herberghs elkaar hebben gekend. Die connectie heeft uiteraard poëzie opgeleverd. In Paul Hermans’ bundel Sprakeloos – verschenen in 2010 - is het gedicht Schuilplaats opgenomen, speciaal voor Leo Herberghs geschreven. Paul Hermans gebruikt - in deze poëtische ‘portrettekening’ van Leo Herberghs – het beeld van een verweerde, gespleten, uitgeholde knotwilg. In zichzelf gekeerd, enigszins afgekeerd van de wereld, maar - in een lijdzame, gelaten aanwezigheid waarin de tijd wegvloeit - open en beschikbaar voor degene die wil schuilen en beschutting zoekt. Een uitgeholde boom wiens vitale kern is vergaan, maar waarvan dat wat rest een betekenisvolle vorm heeft behouden. Enigszins paradoxaal zou je - in het beeld dat Paul Hermans van Leo Herberghs in dit gedicht schetst - mogen spreken van een ‘afwezige aanwezigheid’ of, andersom, van een ‘aanwezige absentie’.
U weet waarschijnlijk hoe Leo Herberghs zijn laatste levensjaren heeft gesleten. De literatuurcriticus Ben van Melick beschrijft dit in een literair portret van Herberghs als (ik citeer): ‘De laatste jaren verduisterde zijn dichterlijke hemel en grasduinde hij nog slechts in wat hij eerder geschreven of opgetekend had, zonder tijdsbesef.’ Ik denk dat je deze mooie en ook aangrijpende woorden mag samenvatten als een alsmaar groeiend, onomkeerbaar ‘verlies’ en ‘er niet meer zijn’.
‘Afwezige aanwezigheid’ beste mensen, het is iets dat me in de kunsten fascineert. In veel kunstvormen komen we dit tegen; in de beeldende kunst, de podiumkunsten en zeker ook in de literatuur. We ‘consumeren’, we genieten en raken onder de indruk van boeken, schilderijen, gedichten, symfonieën, sonates, toneelstukken - soms duizenden jaren oud - terwijl de schepper daarbij noodzakelijkerwijs niét aanwezig is of hoeft te zijn. En in een enkel geval lijkt dat - gelet op de persoon- en karakterbeschrijvingen van die makers - maar beter ook. Maar we ontmoeten de maker wel in het werk. Zijn of haar ziel; haar of zijn fascinaties, liefdes, wijsheden, angsten en demonen zijn erin achtergelaten en ondergebracht en weerstaan de erosie, die alles wat leeft en bestaat vroeg of laat ten gronde richt en terugbrengt naar waar het begon: in het zwangere niets.
Beste mensen,
Ik pak op wat ik in het begin aanstipte: met de toekenning van de laatste Leo Herberghs-poëzieprijs Maastricht én de plaatsing van het laatste gedicht aan het Spoorpad in de Lage Fronten, is of lijkt het werk van de Stichting in Beeld in Maastricht afgerond. Eerlijk gezegd: ik hoop toch van niet. De Stichting Maastrichtse componisten realiseert sinds een aantal jaren plaquettes aan de geboorte- en woonhuizen van Maastrichtse musici van naam. Ik heb begrepen dat de Stichting Dichter in Beeld hetzelfde heeft gedaan bij het geboortehuis van Paul Hermans aan de Kapoenstraat 18. Ik geef het bestuur in overweging om dit te continueren. Daarnaast wil ik ook het voorstel plaatsen een aantal, qua dichtkunst ‘onontgonnen’ plekken in Maastricht van poëzie te voorzien. ‘Kunst in de openbare ruimte’ moet zich immers niet beperken tot beeldende kunst. Ik wissel over deze twee suggesties met het bestuur van de stichting binnenkort graag van gedachten.
Ik heb over te gaan tot het uitreiken van de Leo Herbergs Poëzieprijs 2024 aan de niet aanwezige Paul Hermans, die zijn neef Emile Hermans voor dit eervol moment de honneurs laat waarnemen. Met liefde, zo heb ik begrepen. Significant detail in dezen: Emile Hermans voltooide - na de Maastrichtse Academie voor Beeldende Kunsten - een master aan de Sint Lukas Academie Brussel. Hij sloot die af met een prikkelende dissertatie over hoe de kunsten zich kunnen verhouden tot het niets. Een beter synoniem van ‘aanwezige afwezigheid’ dan ‘het niets’ is volgens mij niet voorhanden.
Emile, ik mag je verzoeken om de aan Paul toegekende, uitermate zichtbare en tastbare Leo Herberghs Poëzieprijs 2024 namens hem in ontvangst te nemen.