De 19de en 20ste eeuw waren tijden van razendsnelle technologische vooruitgang. Nieuwe vervoersmiddelen zoals de fiets, trein, tram, auto en het vliegtuig en later zelfs het ruimteschip veranderden hoe mensen leefden, werkten en droomden over de toekomst.
Deze mobiliteitsrevolutie maakte diepe indruk en vond al snel haar weg naar de populaire cultuur. Die verwondering zie je ook terug in de gezelschapsspellen uit die tijd.
In kleurrijke spelborden en kartonnen treinen, schepen en auto’s konden spelers thuis een wereld beleven die nog maar net bestond: een rit over spoorlijnen, een autorace door verre steden of een luchtvaartavontuur boven onbekende continenten. Spellen weerspiegelden de hoop, snelheid én spanning van deze nieuwe tijd.
Deze presentatie van spellen uit het VIVES SpellenLab, te zien in het Volkskundemuseum Brugge sinds juni 2025, toont hoe mobiliteit niet alleen de wereld veranderde, maar ook de verbeelding van generaties voedde. Van 2018 tot 2025 werkte VIVES SpellenLab samen met Erfgoedcel Brugge en geëngageerde vrijwilligers aan de registratie, bewaring en ontsluiting van de historische spellencollectie. Meer info over dit project vind je hier.
Met de Tram
(1875)
Tussen 1870 en 1929 was de paardentram een populair vervoermiddel in steden en op het platteland. Hij bood comfortabel en betaalbaar vervoer en reed op rails, wat sneller was dan een koets. De eerste paardentram reed in Engeland (1858), gevolgd door Nederland (1864) en België (1867). Veel steden, zoals Amsterdam, Brussel en New York, ontwikkelden uitgebreide netwerken. In Utrecht kwam er elke 6,5 minuut een tram. Voor langere afstanden koos men vaak voor de stoomtram. Rond 1900 begon de paardentram te verdwijnen door de opkomst van elektrische trams en gemotoriseerd verkeer.
Deze speelprent (kleurlitho) werd rond 1875 gedrukt in Amsterdam. Het toont een ganzenbord waarbij in twee, tegengestelde richtingen gespeeld wordt.
De Electrische Tram: Nieuw Kienspel voor de Jeugd
(1927)
Een Kienspel is een variant op Lotto (Bingo). In dit spel uit 1927 krijgt elke speler een tram waar lege genummerde plaatsen aanwezig zijn om passagiers te ontvangen.
In 1894 reed de eerste elektrische tram met bovenleiding tussen Vaals en Aken. In datzelfde jaar werd ook een eerste tramlijn geëlektrificeerd in Brussel. Vanaf dat moment verdwenen de paardentrams geleidelijk uit het straatbeeld, gevolgd door de stoomtrams.
Auf der Eisenbahn (Op Spoor)
(1952)
Auf der Eisenbahn volgt het spelsysteem van ‘slangen en ladders’. Belandt de speler op een vakje met een stoomtrein die omhoog rijdt, dan gaat de speler direct omhoog naar een hoger gelegen vakje. Andere treinen gaan omlaag en brengen de speler naar een lager gelegen vakje. De speler die het eerst bovenaan in vakje 110 komt, is de winnaar.
Wieler sport-spel
(1885)
Deze reproductie van een kleurenlitho uit 1885 roept de beginjaren van de wielersport op. In 1868 vond de eerste officiële wielerwedstrijd plaats in Parijs, gereden op zware v��locipèdes.
Die robuuste trapmachines waren moeilijk te besturen en traag, maar de populariteit van wielerwedstrijden en leidde tot de behoefte aan snellere fietsen. Zo ontstond de hoge bi, met een enorm voorwiel dat snelheid mogelijk maakte.
Het Wieler sport-spel verschijnt in 1885, het jaar waarin in Nederland de eerste officiële wedstrijden met de hoge bi werden georganiseerd.
In enkele speelvakken zie je vrouwen op driewielers, want rijden op een hoge bi vereiste een broek – iets wat voor vrouwen toen ongepast werd gevonden. Toch trokken sommige vrouwen zich niets aan van die sociale regels: ze hesen zich in een broek en trotseerden de afkeurende blikken en opmerkingen van omstanders.
Vanaf 1885 kreeg de hoge bi concurrentie van een geheel nieuwe fiets, de veiligheidsfiets of safety. Dat was de eerste versie van de fiets zoals we die kennen, met twee even grote wielen en de trappers aan een frame daar tussenin, verbonden met een ketting naar het achterwiel. Daarmee duurden de hoogtijdagen van de hoge bi niet zo lang, uiteindelijk maar zo’n twintig jaar.
Wielrijden!
(1910)
Het Wielrijden-spel bestaat uit 20 kaarten die in een pad worden neergelegd. Met elke worp van de dobbelstenen kunnen spelers de escapades van een fietser uit begin 1900 herbeleven; zoals het omverwerpen van appelkarren of gearresteerd worden voor "schroeien" (snel rijden). Je kan een race winnen op het Crystal Palace, een beroemde renbaan van die tijd en het vangen van bankovervallers resulteert in extra punten. Hoewel de pionnen van de spelers de vorm aannemen van vrouwen en mannen, bevat het spelbord alleen mannelijke fietsers.
Eddy Merckx: Wielersport
(1970)
Na Eddy Merckx’ Tourzege in 1969 creëert Pierre Neuville een wielerspel rond deze Belgische wielerheld. Merckx geeft toestemming voor het gebruik van zijn naam en presenteert samen met Neuville het spel aan de pers.
Tuf-Tuf! Een vroolijk Auto-Ren-Spel
(1913)
Dit spel uit 1913 werd uitgebracht door de Duitse firma Dondorf, beroemd van de kaart- en kwartetspellen. Het spel is een gewild verzamelobject vanwege de fantastische lithografie. Bijzonder is dat het ganzenbordachtige speelveld is samengesteld uit kaarten.
Autokwartet
(1959)
Deze eerste druk uit 1959 is het begin van een populaire reeks autokwartetten, met op het doosje de iconische Citroën DS. Elk kwartet toont bekende automodellen van verschillende merken.
Het kwartetspel ontstond rond 1870 in Duitsland, waar het als educatief kinderspel werd gebruikt. Via Duitse uitgevers werd het ook in Nederland en België populair. Later kreeg het spel vaak een promotionele functie: autofabrikanten en overheden gebruikten kwartetkaarten om hun producten of streek in de kijker te zetten.
Ook verschenen er talloze educatieve versies om kinderen spelenderwijs kennis te laten maken met uiteenlopende onderwerpen.
Het Vliegtuigspel
(1930)
Dit spel uit 1930 speelt in op de fascinatie voor aerobatics of stuntvliegen. Spelers volgen met hun vliegtuig een van de drie routes (rood, geel of blauw) en proberen veilig te landen zonder ongelukken.
Het spel weerspiegelt de opwinding rond stuntvliegen, dat begon met de legendarische 360°-bocht van de gebroeders Wright in 1903. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd stuntvliegen strategisch ingezet, waarna het in de jaren 1920 uitgroeide tot spektakel op luchtshows in Europa en Amerika.
Maanspel
(1969)
Je herbeleeft de maanreis van Apollo 11 in een ganzenbordachtig parcours waarbij je niet alleen op de maan moet landen (vakje 35 - Neil Armstrong) maar ook als eerste terug moet op het vliegdekschip (vakje 62) landen om het spel te winnen.
Tour de Monde en Vespa
(1953)
In dit kleurrijke bordspel reizen spelers op Vespa-scooters de wereld rond. Onderweg krijgen ze te maken met obstakels zoals ongelukken, lekke banden en pech.
Le Tour du Monde en Vespa werd uitgegeven door de Franse uitgever Éditions Capiépa & Cie. Het spel werd gemaakt in meerdere versies. Dit is de luxe-editie in een koffertje.
Welt-Reise-Spiel
(circa 1960)
Dit genre van reisspellen was heel populair eind jaren 1950, begin jaren ’60.
Elke speler bezit een set reiskaarten. Die laten je toe om rond de wereld te reizen. Om vooruit te komen moet je een kaart spelen waarvan de kleur en het symbool overeenkomt met het volgende vakje op het parcours. Wie het eerst Berlijn bereikt, wint het spel.
Reisspellen waren erg populair in het naoorlogse Duitsland. Niet alleen in de Bondsrepubliek, maar ook in de DDR konden ze de wereld verkennen met dobbelstenen en een spelbord. Bij een vergelijking onthullen deze hedendaagse getuigenissen van de alledaagse cultuur van Oost-Duitsland en West-Duitsland soms verrassende overeenkomsten.