Madagaskar stond niet op onze “go-to’ lijst. Waar het idee vandaan kwam? Geen idee. Misschien gewoon uit nieuwsgierigheid. Maar zodra we er zijn, is het duidelijk: dit eiland is Afrika, maar dan anders. Minder luid, meer mysterie. En we worden verliefd. Op het land, de mensen, en de onverwachte wendingen die elke bocht met zich meebrengt.
Welkom op Madagaskar.
Antananarivo
Onze reis begint in Antananarivo, de hoofdstad. Een typische Afrikaanse stad, met koloniale gebouwen, hectisch verkeer en markten vol geur, kleur en chaos. Het Franse koloniale verleden is zichtbaar in architectuur en straatnamen, maar de sfeer is Afrikaans – intens en ongefilterd alleen met Franse elegantie. We blijven hier een paar dagen en zijn daarna klaar voor het echte werk: de natuur in.
Kirindy Mitea NP
We reizen naar de westkust, naar het Kirindy Mitea Nationaal Park. In het droge bos maken we onze eerste wandeling. Lemuren in overvloed, waaronder de nieuwsgierige roodstaartwezelmaki. ’s Avonds spotten we ook de vetstaartkatmaki – een nachtactieve soort met enorme ogen. Maar het hoogtepunt? De fossa. Een bruin roofdier, half kat, half marter, ligt zelfverzekerd aan de rand van het kamp. Kattenarrogantie ten top. We volgen hem in het donker, camera in de aanslag. Dit is waarom we hier zijn.
De weg naar het iconische Tsingy de Bemaraha Nationaal Park is al een avontuur. Modderige tracks, diepe vrachtwagensporen, gammele pontjes. De Nissan zwoegt, en op een bepaald moment verliest hij zijn aandrijfas. Na wat gesleutel en een portie improvisatie steken we uiteindelijk twee rivieren over en bereiken we ons kamp. Eten? Verrassend Frans. Midden in de jungle, met uitzicht op niets – en een crème brûlée.
Tsingy de Bemaraha
Tsingy zelf is buitenaards. Scherpe kalkstenen pieken, grotten, natuurlijke bruggen. Volgens lokale legendes wonen hier nog steeds ‘de kleine mensen’. Niemand heeft ze ooit gezien. Door het verhaal, voelt het alsof er iemand met je meekijkt. We glijden, klimmen en zweten. De beloning? Lemuren boven je hoofd, stilte om je heen, en een diep gevoel van ontzag.
Op de terugweg krijgen we opnieuw autopech en moeten we liften naar de ferry. Daar wacht een andere auto. Te laat komen we aan bij Baobab Alley, maar precies op tijd voor een gouden zonsondergang. Aan weerszijden van het pad staan de baobabs als wachters van een andere wereld. Het lijkt alsof iemand de bomen ondersteboven in de grond heeft gezet. Dit overtreft zelfs de skyline van New-York.
Isalo Nationaal Park
In Isalo NP maken we een driedaagse hike. Het landschap is filmisch – van rotsige hoogvlaktes tot groene canyons met watervallen. Onderweg zien we graven van het Sakalava-volk, met bijzondere rituelen: dubbele begrafenissen en strikte taboes. Wijzen mag hier niet met je vinger. Blijkbaar wijzen we vaker dan we dachten. We overnachten in een tent, baden in koele poelen, en staren 's avonds naar de sterren.
Op de terugweg naar de hoofdstad bezoeken we kleine fabrieken: een aluminiumgieterij waar motorblokken tot pannen worden omgesmolten, een zijdespinnerij waar het ongelofelijk stinkt maar schitterende stoffen ontstaan, en een wijnmakerij waar we vriendelijk bedanken voor een fles voor onderweg. De Franse traditie is hier duidelijk niet doorgedrongen.
Ankanin’Nofy
Via een boottocht over een rustig meer bereiken we Palmarium. Onze hut staat aan een zandpad, verscholen tussen palmen. Bij het diner duiken de maki’s op – nieuwsgierig en brutaal. Ook hier weer hele andere lemures, we hebben ze al een aantal keren door de bomen zien slingeren, maar lopen is zelfs nog eleganter. We vinden ook veel verschillende kikkertjes in de kleine poeltjes van de Bromelia schuilen. Tijdens een strandwandeling kruisen we een slang van twee meter. We overleggen fluisterend: door de bosjes of door zee? Het wordt de zee.
In het noorden bezoeken we Montagne d'Ambre, een regenwoud vol watervallen, gekko’s en vogels. De Franse en Indiase invloeden maken het eten hier verrassend verfijnd. De wegen zijn dramatisch slecht. Onderweg ontmoeten we een oude man die vroeger werkte bij de aanleg van deze weg. Nu onderhoudt hij hem vrijwillig, uit trots.
Madagaskar is Afrika, maar niet het Afrika van savannes en safari’s. Het is het Afrika van mythes, mistige bergen, vreemde dieren en knapperig Frans brood bij het ontbijt. Het is een eiland dat zijn geheimen niet zomaar prijsgeeft. Maar als je het geduld hebt, het ploeteren voor lief neemt, en de kronkels van zijn wegen volgt, dan pakt het je. Net als ons.