Schijn, masker, dubbelzinnig, spiegeling, schaduw, illusie, vervreemding, spotlight, identiteit, bedrog, perfectie, tussen droom en werkelijkheid, show, onzichtbaar, controle en vrijheid
We leven in een wereld waarin entertainment allesbepalend is: glitter, perfectie en spektakel. Maar wat schuilt er achter het doek? Wat zie je als de schijn vervaagt en de schaduwkant van vermaak zichtbaar wordt? Hoe verhouden illusie en realiteit zich tot elkaar? Wat is echt en wat is gespeeld?
EISEN VAN DE OPDRACHT
Je maakt een korte film waarin je de achterkant onderzoekt van film, theater en social media. Denk aan de beklemmende perfectie in The Truman Show, de dystopische kritische spiegel van Black Mirror, de manier waarop kunstenaars als Sophie Calle en Cindy Sherman (Untitled Film Stills) spelen met identiteit, rol en schijn, of de eerste filmtrucages van Georges Méliès (bijv. Le Voyage dans la Lune, 1902) of de vervreemdende tableaus van René Magritte
Wat ik wil terug zien in je proces is hoe jij de schaduwkant van entertainment zichtbaar maakt en hoe je deze hebt vertaald naar je eigen film
- Maak een individuele korte film (2–4 minuten) waarin je laat zien wat er achter het doek gebeurt:
- Verken de tegenstelling tussen illusie en werkelijkheid.
- Gebruik inspiratie uit kunstgeschiedenis en film (filmstills, fotografie, theatertradities, klassieke cinema, surrealisme).
- Experimenteer met filmische middelen (montage, licht, perspectief, symboliek, geluid) om spanning op te bouwen en de kijker te laten twijfelen.
- Laat jouw eigen kritische blik zien op entertainment en de rol die het speelt in onze maatschappij.
- De film hoeft niet lineair te zijn; je mag werken met fragmenten, experiment en suggestie.
- Gebruik het ontwerp proces om de opdracht te doorlopen. Zie ook evaluatieformulier op de website.
- Zet ALLE stappen, alle fases uitgebreid op je expresspagina van Vermaak.
BIJBEHORENDE BEGRIPPEN
Zie syllabus centraal examen kunst algemeen VWO voor de bijbehorende begrippen bij FILM. Plaats van ieder begrip een afbeelding met uitleg van het begrip op je expresspagina onder een aparte knop.
EVALUEREN EN REFLECTEREN:
- Voorstelling Wat stelt je werk voor? (wat zie ik?)
- Welke betekenis heb je gegeven aan het thema?
- Vormgeving Kies twee van de volgende beeldaspecten waarvan jij vind dat ze het belangrijkste zijn in jou werkstuk (of experimenten) en leg dit uit waarom en hoe je ze toegepast hebt. vorm, kleur, compositie, licht, ruimte(lijkheid), lijn, textuur.
- Leg je gebruikte materialen en technieken uit. Waarom heb je hiervoor gekozen?
- Had je achteraf iets anders willen doen? Zo ja, wat dan? Zo nee, waarom niet?
- Welk cijfer zou je jezelf geven voor het proces?
- Welk cijfer zou je jezelf geven voor het product? (werkstuk)
- Wat heb je geleerd tijdens deze opdracht?