Heeft de bruine kroeg nog wel een toekomst? Of maken kleedjes op tafel, een bordje cervelaatworst en het goudeerlijke vaasje definitief plaats voor ingewikkelde speciaalbiertjes en alcoholvrije gin? In Amsterdam voelen de oude cafés de hete adem van de hippe tentjes in de nek. Ook in Noord-Holland daalt het aantal cafés rap. Waar er in 2010 nog 1361 kroegen te vinden waren in de provincie, zijn dat er nu nog maar 899. Dat blijkt uit cijfers van marktonderzoeker Locatus. Maar dat betekent niet dat de authentieke bruine kroeg een verloren zaak is, in Haarlem maakt Café Spaarndam, 450 jaar oud, zelfs een doorstart, met een nieuwe eigenaar. We maakten een rondje door de provincie om te peilen hoe het er voor staat.
Café Kamperduin in IJmuiden
Ron van de Zwet-Slotenmaker (50), Ronnie voor vaste gasten, nam Café Kamperduin in IJmond zo'n negen maanden geleden over. Ron is geboren en getogen in een café, trots laat hij een foto zien van hem als baby in het café van zijn vader, dus hij wilde de uitdaging wel aan. Het authentieke café op de hoek bij de haven was vroeger de plek waar alle vissers en havenwerkers samenkwamen. Soms al om 5 uur 's ochtends. Voor wie het werk erop zat, stond er een biertje klaar. Wie nog moest beginnen zat aan de koffie. "Maar tegenwoordig moet ik het vooral hebben van de buurt", legt Ron uit. Veel vissers zijn er niet meer te vinden, maar in de wijk om het oude café heen schieten de nieuwbouwprojecten als paddenstoelen uit de grond. "En dat is top", lacht Ron. Momenteel moet Ron er naast werken om rond te komen, maar verder steekt hij alle energie in 'zijn' Kamperduin.
Samen met zijn vrouw Els heeft hij de kroeg in een nieuw jasje gestoken. Het donkere hout met bordeauxrode elementen, de klassieke bruine kroeg uitvoering, is vervangen door modern zwart en goud. "Maar ik vind het nog steeds een bruine kroeg", benadrukt Ron. Het biljart, de gokkasten en het dartbord zijn dan ook blijven staan. Alleen wordt er niet meer binnen gerookt. "Jong en oud kan nog steeds in Kamperduin samenkomen om elkaar te ontmoeten en hun dingetje te doen."
Buurtbewoners faciliteren om hun ding te doen is een rol die Ron maar al te goed ligt. Waar er vroeger maar liefst 56 kroegen te vinden waren in de buurt, is Kamperduin een van de weinige plekken voor buurtbewoners om samen te komen. Met zijn café positioneren Ron en Els zich als een spil tussen de nieuwe en de oude buurtbewoners. Hij heeft vertrouwen in de toekomst. "Het loopt steeds beter en hopelijk kan ik binnenkort leven van de inkomsten van het café."
Café De Stompe Toren in Aartswoud
In Aartswoud bestaat er geen horeca die niet van Riet en Ger is. Het stel is al 41 jaar eigenaar van de kroeg, de snackbar, een bed & breakfast en het sportveldje. En dat zit allemaal in één gebouw aan de Schoolstraat, met in het midden hun eigen huis. De Stompetoren, vernoemd naar de kerktoren aan de overkant van de weg, is onder leiding van Riet en Ger uitgegroeid tot het sociale hart van het dorp. Ze kennen alle 450 inwoners van Aartswoud, en iedereen kent hen. Het vertrouwen is groot. Sinds een jaar hebben ze een weliswaar een pinapparaat, maar de meerderheid van de klanten krijgt aan het eind van de maand een appje met de bon. “Ze hebben mijn rekeningnummer.”
In het weekend is de kroeg open voor een biertje, of iets uit de snackbar. Maar belangrijker: bijna alle dorpsevenementen worden georganiseerd in hun kroeg. "We hebben hier de zomerkermis, de winterkermis, de bonte avond, oktoberfeest, jaarvergaderingen, toneelvoorstellingen, de biljartclub en de dartgroep. We zijn meer een sociaal verenigingsgebouw, dan harde horecaondernemers."
Het is wel hard werken, en financieel was het soms lastig. Hoewel de kroeg goed bezocht wordt – 20 man op vrijdagavond en minstens 400 man op een dorpsfeest, moest Ger tot vijf jaar geleden wel bijklussen in de bouw. "De boekhouders geloofde niet dat we ervan konden leven." Nu de hypotheek is afbetaald en ze beiden AOW ontvangen gaat het makkelijker. Maar zegt Riet, ‘je krijgt er andere dingen voor terug’. "Mensen helpen elkaar hier. Toen mijn moeder overleed, had Ger binnen een uur allerlei mensen aan de telefoon die wilden helpen."
Het geheim? "Alles zelf doen en geen grote veranderingen doorvoeren." De kroeg ziet er nog precies hetzelfde uit als 40 jaar geleden. Op de kaart staat bier en koffie, maar geen cappuccino. "Daar ga ik niet aan beginnen", zegt Riet.
Café Spaarndam in Haarlem
Kees Heger, sinds juni de nieuwe eigenaar van het oudste café van Noord-Holland (1571), pakt het anders aan dan zijn voorgangers. Bij café Spaarnwoude in Haarlem maakt het kleintje pils plaats voor de cocktail en straks kan je er ook ‘een happie eten’. Want, zegt Heger, ‘daar zit het verdienmodel’.
"Kijk, stamgasten zijn wel een onderdeel van de bruine kroeg, maar daar kan je niet alleen op draaien", zegt de eigenaar aan de houten tafel met een kopje koffie. "Die kleedjes op tafel, een kastelein die meedrinkt met zijn gasten en André Hazes op de achtergrond, het is gewoon niet meer van deze tijd." En dus gaat het roer om in Spaarndam. Heger wil dat het café een plek wordt waar mensen uit het dorp zich thuis voelen, en ook wandelaars en fietsers welkom zijn. En dat betekent het klassieke kleintje pils eruit, cocktails erin. Op het terras kan je nu snacks en ‘fingerfood’ bestellen, en vanaf aankomende winter staat er ook een goede daghap op het menu.
Maar, zegt Heger, ‘het moet geen vreetschuur worden’. Dus geen bestekbak en vooraf reserveren, maar een biertje op het terras. Ook blijft het interieur hetzelfde. De houten tafels en eikenhouten bar laat hij staan. Een oud café waar je ook goed kunt eten was al lang een droom voor Heger. De pittoreske locatie, grote ruimte en fatsoenlijke keuken maken café Spaarndam de perfecte locatie om die droom in vervulling te laten gaan, zegt hij. Dat hij keuzes maakt die wellicht niet goed vallen bij de vaste gasten, maakt hem niet uit. Zo gaat de tv tijdens de Tour de France niet meer aan. "Hartstikke leuk, maar vanaf nu kijk je die thuis. Alleen de Formule 1, die zet ik wel aan."
Café Spoorzicht in Schagen
Onder het genot van een kleintje pils neemt kroegbaas Jimmy van den Busken (74) plaats aan een tafel in het bruine café dat hij al zo'n veertig jaar runt. Café Spoorzicht in Schagen. Eerst met zijn geliefde vrouw Betty, maar sinds haar overlijden vier jaar geleden staat hij er alleen voor. Al staat haar naam nog wel op de glazen. "Wij moeten het echt van onze stamgasten hebben", vertelt Jimmy. Zij zijn hier elke dag te vinden. Het café is de afgelopen veertig jaar praktisch niks veranderd, en dat is volgens Jimmy ook de charme van de bruine kroeg. Weinig veranderen en goed zorgen voor de vaste gasten. "Cocktails, dat gaat er bij hen niet in." Hij wijst naar een groepje mannen op het terras en aan de kop van de bar.
Van aannemer tot arts, allemaal zijn ze te vinden in het café. Ze bespreken de dag, klagen over hun werk en helpen elkaar waar nodig. "Alleen waar het jonge publiek blijft, weet ik niet", vraagt Jimmy zich hardop af. Ondanks dat Jimmy nog goed boert, staat café Spoorzicht te koop. Ook Jimmy is weleens toe aan wat rust. "Het was ook vooral mijn vrouw die hart en ziel in de zaak bracht." De stamgasten houden hun hart vast. Zij voelen weinig voor cocktails, havermelk of dure speciaalbiertjes. Het liefst blijft hun ontmoetingsplek gewoon zoals het altijd is geweest.